Ga naar de inhoud

‘Rondjes draaien, loeren naar elkaar’

Vierdejaars Verpleegkunde Ineke Dedden is Nederlands kampioen. De marathonschaatster blijft er natuurlijk ijskoud onder, maar het vuur brandt. Heftiger dan ooit.   

Ineke Dedden wint het ONK natuurijs 2017 op de Oostenrijkse Weissensee

Herry van de Vegt is 88, maar z’n rondjes op Thialf draait hij nog trouw. Zijn dochter Wilma, de moeder van Ineke, is een taaie van het type hoe kouder hoe beter. ‘Daar zal het dan wel door komen, het zit in de familie’, zegt Ineke Dedden, de toch wel verrassende winnares van het Open Nederlands Kampioenschap op Natuurijs dat op 28 januari werd verreden op de Weissensee. ‘M’n opa is mijn grootste fan. Hij komt zo vaak hij kan.’

Ik was weg en het enige wat ik dacht was: doorrijden, niet achterom kijken, dat kost tijd, doorrijden

Tegen het eind van de tien ronden van acht kilometer reed Ineke weg uit de kopgroep die al vlot na het begin van de race was ontstaan. ‘Ik was weg en het enige wat ik dacht was: doorrijden, niet achterom kijken, dat kost tijd, doorrijden.’ Op tv leek ze minder vaart te hebben dan de achtervolgers die haar na de finish hard voorbijreden. Gezichtsbedrog, zegt de vierdejaars Verpleegkunde: ‘Ik was sneller, het gaatje dat ik had werd niet kleiner. Zoiets voel je.’

Bekeken en gewogen in Thialf
Ineke Dedden (23) groeide op in Wanneperveen, een waterrijk lintdorp ten westen van Meppel. Schaatsen op de bevroren sloten was zo alledaags dat ze zich niet eens kan herinneren wanneer ze voor het eerst op de ijzers stond. Wel staat haar bij dat ze zich aansloot bij de ijsclub. ‘Schaatstrainingsgroep Giethoorn heet die officieel. Gewoon gezellig met een stuk of wat meiden naar Thialf. Onze ouders reden om beurten.’

Ik had het erg naar m’n zin met de meiden van de ijsclub. Schaatsen was voor mij vooral plezier maken

Het Heerenveense ijsstadion Thialf is hét middelpunt van het mondiale schaatsen, wie daar rijdt wordt bekeken en gewogen. Op haar vijftiende informeerde het Gewest Fryslân, de bakermat van menig schaatsheld, maar Ineke weigerde. ‘Ik had het erg naar m’n zin met de meiden van de ijsclub. Schaatsen was voor mij vooral plezier maken.’ Dat deden de andere meiden van de ijsclub ook graag buiten de ijsbaan, zo zoetjesaan dunde het gezelschap uit. Maar Ineke reed door en toen het Gewest voor de tweede keer aanklopte zei ze ja. ‘Dan gaat het ineens anders. De trainingsintensiteit neemt enorm toe, je komt in een topsportomgeving terecht. Het vrijblijvende gaat ervan af. Tegelijkertijd moet je blijven genieten, anders lukt het niet.’ Dat genieten is voor Ineke het gemakkelijkst tijdens de schaatsmarathons die in de winter vrijwel iedere zaterdagavond worden verreden.
Balen op het NK
‘Rondjes draaien, loeren naar elkaar, inspelen op de dingen die komen gaan. Ja, ook af en toe een gemenigheidje. Er staan niet voor niets juryleden langs de kant en twee keer een gele kaart betekent wel degelijk dat je van het ijs moet. Toch ziet de jury lang niet alles. Een duwtje hier, even hinderen daar. Ik moet wel toegeven dat ik op dat vlak niet uitblink. Te lief? Nwoah, ik houd gewoon niet van onsportief.’
Elma de Vries, de kopvrouw van Inekes ploeg (Team Palet Schilderwerken) gaat aan de leiding in het klassement voor de Marathon Cup, waarin de rangorde wordt bepaald aan de hand van de uitslagen van de veertien marathons op binnenijs. ‘In je eentje is zo’n klassement niet te winnen. Marathonschaatsen is echt een ploegenspel. Als Elma wint, winnen we allemaal.’

In wedstrijden kun je altijd net wat meer. Dat komt door de tegenstanders, de kick van het racen en door het publiek

Je zou het misschien niet denken, maar marathonmeid Ineke reed dit seizoen maar één keer een vijf kilometer, de langste afstand in het langebaanschaatsen. De andere drie afstanden reed ze vaker, en hoe. Tijdens het Nederlands Kampioenschap werd ze afgelopen januari tiende en ze reed persoonlijke records op de 1500 meter (2.00:5 minuten) en de drie kilometer (4.15 minuten). ‘De vijfhonderd ging niet goed. 41:8, m’n PR is een halve seconde sneller. De 1500 was wel oké, de twee-minutengrens komt in de buurt. Over de drie heb ik een dubbel gevoel: een PR is altijd fijn, maar ik wil onder de 4:10. Daar blijf ik nog te ver vandaan. Al met al was ik niet goed genoeg om daar op de vijf te mogen starten. Dat is balen, want het is echt waar: in wedstrijden kun je altijd net wat meer. Dat komt door de tegenstanders, de kick van het racen en door het publiek. Thialf lijkt dan wel een andere wereld.’

Historische buiklanding
Het publiek maakt dat de Weissensee Inekes favoriete buitenijs is. ‘Supergezellig. Het lijkt wel een Nederlandse kolonie. Dat heb je in Zweden niet, te ver en te duur voor de supporters. De Weissensee is goed te doen en de wedstrijden zijn verspreid over een meerdere dagen, dus ze hoeven niet meteen weer terug te reizen.’

Je kun nog zo goed zijn, maar het noodlot kan altijd toeslaan

Ineke Dedden was ook van de partij op de Weissensee tijdens de alternatieve Elfstedentocht die op 1 februari werd verreden, maar ze was al van het ijs toen Elma de Vries er hoogstpersoonlijk een historische sportgebeurtenis van maakte door de tweehonderd kilometer lange wedstrijd in gewonnen positie af te sluiten met een spectaculaire buiklanding waardoor drie tegenstrevers haar nog net voor de meet passeerden. ‘Dat is schaatsen op natuurijs’, zegt Ineke. ‘Je kun nog zo goed zijn, maar het noodlot kan altijd toeslaan. Het is vallen, opstaan en weer doorrijden.’
Volgend jaar kon weleens het jaar van Ineke Dedden worden. Ze gaat niet in Heerenveen wonen, want daar woont ze al. Maar de vierdejaars Verpleegkunde gaat wel stagelopen in de Tjongerschans, het ziekenhuis op een steenworp afstand van Thialf. ‘Dat is allemaal goed voor elkaar. Maar je hebt weinig aan te ver vooruit kijken. Zaterdag voor de Marathon Cup naar Deventer, volgende week naar Zweden voor een paar natuurijswedstrijden en dan de NK afstanden voor Neosenioren. Daar wil ik op het podium staan.’

Foto: Vincent Riemersma