Ga naar de inhoud
mantelzorg

Student en mantelzorger… zo ziet die combi eruit

Mantelzorg komt vaker voor onder studenten dan je zou denken. Suzanne weet het uit eigen ervaring.

Suzanne (22) begon met veel plezier aan haar opleiding Management in de Zorg op de Hanze. ‘Ik voelde me erg op mijn gemak. De studie was heel leuk en mijn klasgenoten en docenten ook.’ Dit veranderde al snel toen ze in haar tentamenperiode te horen kreeg dat haar vader de ziekte van Alzheimer had. Vlak daarna kreeg ze een auto-ongeluk. ‘Een vrachtwagen had me aangereden en de auto was total loss. Het is allemaal net goed gedaan, maar ik had nog wel een lange tijd last van mijn nek en rug.’ Haar moeder werkt fulltime, dus overdag kwamen veel mantelzorgtaken op Suzannes schouders terecht.

Mantelzorger zijn betekent het zorgen voor iemand die langdurig ziek is, een beperking heeft of hulpbehoevend is. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (2022) is een kwart van de jongeren mantelzorger. Dat is een stuk meer dan de meeste mensen denken. Daarom is er de Week van de Jonge Mantelzorger die op 30 mei begint met een kick-off op de Hanze.

Studie-uitstel aanvragen

Suzanne kon een tijd niet volledig studeren door het ongeluk en de zorg voor haar vader. Daarom moest ze om studie-uitstel vragen. ‘Ik heb veel gesprekken met mijn studieloopbaanbegeleider moeten voeren en ik moest een brief schrijven aan de examencommissie. Dat voelde heel dubbel. Het was heel confronterend om alles op te schrijven. Ik was al erg verdrietig en ik kreeg het gevoel dat ik moest bewijzen dat ik recht op uitstel had.’  Daarna voerde Suzanne meerdere gesprekken met een decaan voordat haar verzoek werd ingewilligd. ‘Pas toen ontdekte ik hoe zwaar de combinatie studie en het zorgen voor mijn vader was.’

Het zorgen voor haar vader

De ouders van Suzanne scheelden 26 jaar. ‘Ik heb nooit iets van dat leeftijdsverschil gemerkt. Mijn vader was energiek. Hij was al met pensioen, dus hij was altijd thuis. Daardoor deden we van alles samen, onze band was heel sterk.’ Maar langzaam begonnen de rollen om te draaien. ‘Hij deed op een dag wel tien keer de kachel hoger of lager. Soms vergat hij het gas uit te zetten.’ Suzanne deed op een gegeven moment alles wat ze voor hem kon doen, van schoonmaken tot eten maken. Uiteindelijk mocht haar vader niet meer autorijden. Suzanne bracht hem overal heen.

Onbegrip van de omgeving

Zo kon haar vader zijn sociale contacten onderhouden. Maar een hele tijd hadden zij geen idee hoe erg de situatie was. ‘Mijn vader kon heel goed verbloemen dat hij ziek was. Dan dachten anderen dat het wel meeviel, maar zij zagen hem maar één uur op een dag terwijl wij de rest van de tijd voor hem aan het zorgen waren.’

De combinatie mantelzorg en studeren

Ongeveer drie dagen in de week moest Suzanne naar haar opleiding. De rest van de tijd zorgde ze voor haar vader. Haar moeder kon er alleen ’s avonds voor haar vader zijn. Suzanne kreeg het steeds lastiger. ‘Soms bleef ik weg van school om er voor hem te zijn, maar thuis was de situatie ook niet altijd fijn. Naarmate de ziekte vorderde, veranderde zijn karakter. Hij werd een ander persoon, hij werd agressiever en reageerde zijn frustraties op mij en mijn moeder af.’ Suzanne en haar vader botsten steeds vaker. ‘Ik had toen een vriend waar ik altijd naartoe vluchtte. Dat voelde heel dubbel. Het was fijn dat ik dan even rust had, maar mijn vader zat dan alleen thuis. Er kon zo maar iets met hem gebeuren.’

Aan het ‘echte’ studentenleven had Suzanne geen behoefte. ‘Ik had geen tijd voor feestjes. Donderdagavond, studentenavond? Ik was al kapot van wat ik de hele dag meemaakte. Als ik dan toch op stap was, kon ik niet genieten. Mijn hoofd was bij mijn thuissituatie.’

‘Ik dacht: ik kan het zelf wel’

Suzanne sprak niet met anderen over haar problemen. ‘Ik zocht geen steun bij vrienden. Ik dacht altijd: ik kan het zelf wel.’ Ook bij haar opleiding vroeg ze geen hulp. ‘Ze hebben het ook niet aangeboden, trouwens. Dat heb ik best wel gemist. Misschien lag het ook aan mezelf. Ik gaf namelijk niet duidelijk aan dat ik die hulp nodig had. Toch was het wel fijn geweest als bijvoorbeeld mijn studiebegeleider wat vaker naar mij toe was gekomen.’

Hulp zoeken: je hoeft niet alles alleen te doen

Pas nadat haar vader overleed, heeft Suzanne hulp gezocht bij een psycholoog. ‘Als je er middenin zit heb je niet door wat het allemaal met je doet. Je leeft op de automatische piloot. Maar na zijn dood viel ik opeens in een soort gat. Toen ik eenmaal bij de psycholoog kwam, dacht ik: had ik dit maar eerder gedaan. Bij haar kwam ik erachter dat ik moest leren om hulp te vragen, want je hoeft niet alles alleen te doen.’

En nu is het dus Suzannes beroep geworden

Afgelopen juli is Suzanne afgestudeerd. ‘Soms verbaas ik me erover hoe ik dat voor elkaar heb gekregen.’ Daarna is ze gaan werken bij een bedrijf dat een app ontwikkeld voor mantelzorgers en vanaf juni gaat ze werken bij Humanitas als coördinator van het steunpunt voor mantelzorgers. ‘Ik ben nu heel gelukkig en dankbaar voor alles wat ik heb meegemaakt. Hierdoor weet ik heel goed wat ik wil doen in mijn werk en waarmee ik mensen wil helpen.’