Ga naar de inhoud
studenten op de Zernike Campus

Studenten op de Zernike Campus? Wat doen die hier vandaag?

Studenten op de Zernike Campus? Wat doen die hier op een tropische dag, terwijl ’22-‘23 nog niet eens is begonnen? Zweten, natuurlijk, maar wat nog meer?

‘Het kan drie weken duren voor we de uitslag krijgen, maar ik hoop eerder.’ Marije heeft net de toelatingstoets voor de Pabo gemaakt. ‘Geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek, algemene kennis.’ Met Wouter zit ze op 25 augustus op B1-Laag in de open ruimte die is ingeklemd tussen het trappenhuis, de toiletten en het Centrum voor Ondernemerschap van de Hanze.
‘Ik ga ook de Pabo doen, maar dan die van Stenden’, zegt Wouter, die zijn mbo-diploma Onderwijsassistent haalde aan het regionaal opleidingscentrum Menso Alting. ‘We zaten zojuist met een mannetje of veertig. Nee, ik vond het niet heel moeilijk. Het was goed te doen.’

Studenten zijn een minderheid, want de zomer is een periode van druk verhuizen en flink verbouwen en vertimmeren

Marije is niet bang voor het resultaat van de toets. ‘In het eerste jaar krijgen we genoeg kansen om een lage score recht te zetten. En we mogen hoe dan ook beginnen aan de opleiding, dus die spanning zit er niet op.’
Marije en Wouter zijn niet de enige studenten die op deze donderdag de gang hebben gemaakt naar het gebouw dat binnenkort de Van OlstBorg zal heten. Enige tientallen aanstaand Pabo-studenten trippelen over de Zernike Campus. Wel zijn ze een minderheid, want zoals ieder jaar is de zomervakantie een periode van druk verhuizen en flink vertimmeren. Overal zie je werkmannen en -vrouwen sjouwen met meubilair.
Daartussendoor lopen mensen die een andere reden hebben om de campus te bezoeken. Op het bankje naast de fontein, vol in de zon, zitten een moeder en een grootmoeder te wachten op de terugkomst van een aanstaand Pabo-studente. ‘Mijn kleindochter is al klasse-assistent’, zegt oma, ‘nu gaat ze nog een niveau hoger.’

Anne heeft er weinig oog voor, de vierdejaars Elektrotechniek blokt voor zijn her Regeltechniek

De Van DoorenVeste neemt een zonnebad. Werklieden brengen zonwering aan op de begane grond. ‘Inderdaad’, roept de man die boven op de ladder staat, ‘licht komt hier niet doorheen… Maar de warmte hou je er niet mee buiten.’
Het is nog ochtend, maar het is al bijna dertig graden. De duwarmen van de draaideur van Zernikeplein 11 zijn opgevouwen zodat er een tochtstroom ontstaat. Wiet van Ambius is vanochtend vertrokken uit Duiven met stevig groen dat tegen een stootje kan. Die monteert hij vandaag aan de muren van de Van DoorenVeste. ‘Het zijn net schilderijen, maar dat van echte planten.’
Anne heeft er weinig oog voor. ‘Een her’, bekent de vierdejaars Elektrotechniek uit Rotstergaast. ‘Dit wordt de vierde keer, of de vijfde. Regeltechniek. Moeilijk? Nou, vooral véél. En je moet vaak oefenen. Veel doen, dat is het vooral. Thuis ben ik te snel afgeleid. Daarom kom ik hier. Zo meteen komt een maat van me. Vind ik ook fijn, samen aan het werk.’

Nieuwe studenten kunnen sowieso aankomen met allerlei vragen die je niet verwacht

Buiten, voor het weelderig bloeiende bloemperk, wandelen Maaike en twee keer Eline. Ze hebben pauze tijdens de eerste trainingsdag van het Studentenvoorlichtingsteam. ‘Volgende week moeten we er staan’, zegt de Eline die Verpleegkunde studeert. ‘Wij geven studenten algemene voorlichting.’ Dat is nog niet zo eenvoudig. ‘Ik doe Fysiotherapie, maar ik moet volgende week ook vragen over economische opleidingen kunnen beantwoorden.’ Eline van Social Work: ‘Nieuwe studenten kunnen sowieso aankomen met allerlei vragen die je niet verwacht. Wij leren dus ook hoe we daarmee moeten omgaan.’
In het Willem-Alexander Sportcentrum is het goed toeven. ‘Lekker koel’, puft de dame van die catering die een kar vol vaatwerk achter zich aansleept. ‘Dit is allemaal voorbereiding, volgende week zijn we open. Geen student gezien, nog. Liggen op het strand, denk ik. Gelijk hebben ze.’

De Marie KamphuisBorg is deze donderdag dé plek voor warmtemijders

Jordi en Jerke denken daar heel anders over. De twee Psychologiestudenten werken zich ruim in het zweet in het Calisthenicspark naast het Willem-Alexander. ‘Noem het gerust een speeltuin voor volwassenen’, zegt Jerke, ‘want dat is het ook. Dit is verreweg de beste plek voor een work-out in Groningen.’ Jordi, die aan de Hanze een tijdje terug de hbo-opleiding Sportkunde afrondde, beaamt het. ‘We wonen dichtbij, dus we pakken zo een uurtje sporten tussendoor. En het is hier vrijwel altijd rustig.’

De Marie KamphuisBorg is deze donderdag dé plek voor warmtemijders. ‘Ja’, zegt receptioniste Esther, ‘volgens mij hebben we hier klimaatbeheersing.’

Die 5 komma-nog-wat viel eigenlijk best mee, vandaag een paar tienden meer, dat moet lukken

Koel of niet, dertig meter verderop, in een hoekje van de Brink zitten zes jongens peentjes te zweten. ‘Omstandigheden’, zegt Marnick. ‘Zeg maar: feestje’, voegt Rutger daar iets openhartiger aan toe. De eerstejaars Werktuigbouwkunde moeten over vijf minuten op voor het hertentamen Toegepaste Mechanica. De eerste poging strandde jammerlijk in de omstandigheden. ‘Die 5 komma-nog-wat viel eigenlijk best mee’, zegt Rutger, ‘vandaag een paar tienden meer, dat moet lukken.’
Buiten drukt de lome warmte van een tropische dag in wording. Een meisje in een luchtige bloemetjesjurk wacht bij de bushalte, de werklieden zijn een paar zonneschermen verder. De oma en de moeder hebben het bankje bij de bruisende fontein verlaten. Een haas schiet tevoorschijn, het beest rept zich over het gras. Geen haan die ernaar kraait.