Ga naar de inhoud

Terug naar Tanzania

Bloed = vers. Zo denken de voedselverkoopsters van Dar es Salaam, met meer dan vijf miljoen inwoners de grootste stad van Tanzania. De Mama Lishe, de Swahili-naam waaronder de dames bekend staan, bereiden hun maaltijden op straat in provisorische eetstalletjes. Wanneer de Mama Lishe hun vlees kopen bij Frostan ontdooien ze het meteen. Bloederig vlees verkoopt beter.
Julia Bär (International Business School) en Buyna Delger (International Business & Languages) volgden deze zomer het programma van de Summer School op de University van Dar es Salaam. Eén week college en één week werken voor een bedrijf. Frostan, het bedrijf waar het groepje van Buyna en Julia aan de slag gingen, handelt in diepgevroren vlees.

De wittemanwinkel is een geliefd adres voor de Mama Lishe, de straatventsters van Dar es Salaam

Julia: ‘Wij hebben het klantenbestand ingedeeld, zo’n 500 afnemers. Het beste en duurste vlees gaat naar hotels en restaurants. Dan heb je het tussensegment van voornamelijk Chinese distributeurs. Het contact met die twee groepen verloopt goed, via e-mail.’
De wittemanwinkel (de eigenaar van Frostan is de Fransman Jean-François Pinck) is ook een geliefd adres voor de straatverkoopsters. Buyna: ‘De prijs is hét criterium voor de Mama Lishe. Wat voor vlees ze krijgen, maakt ze niet uit.’ De groep van julia en Buyna concludeerde dat deze klanten baat hebben bij voorlichting over de behandeling van vlees. Julia: ‘Dat de voedingswaarde van vlees hoger is als je het zo laat mogelijk ontdooit, dat het langer goed blijft als je het koel bewaart.’ Die voorlichting moet worden gegeven in eenvoudige taal, met simpele afbeeldingen. Of Frostan hun tips ter harte heeft genomen, weten de twee Hanze-studenten niet. ‘Het zou kunnen. Laten we het zo zeggen, monsieur Pinck is nogal excentriek’, zegt Julia, ‘we hebben wel gezien dat posters de Mama Lishe er op wijzen dat ze de deuren van de vriezers zo veel mogelijk dicht moeten houden. Dat was ook een idee van ons.’

Demian was enorm onder de indruk, Guavay, het bedrijf van vier jonge Tanzanianen, sleept prijs na prijs in de wacht

Ook het advies van de groep van Demian Zijlstra is opgevolgd. Maar helemaal in goede aarde viel de boodschap niet. ‘Mijn fout, ik had me niet goed genoeg voorbereid’, erkent de hbo-student Bedrijfskunde. ‘Ik gaf een pitch zoals je die in Europa geeft. Veel te direct voor Tanzaniaanse begrippen.’ Demian was enorm onder de indruk van Guavay, het bedrijf van vier jonge Tanzanianen dat prijs na prijs in de wacht sleept. ‘Ze maken compost van organisch afval. De inkoop van hun product kost niets, en de vraag is groot, want de economie van Tanzania draait op landbouw. Onze groep ontdekte dat boeren zelfs méér wilden betalen voor de compost dan Guavay vroeg. Maar toch liep de handel niet zoals je zou verwachten.’ Demians groepje was ervan overtuigd dat er wat mankeerde aan de manier waarop Guavay het product aan de man bracht.

‘Het leek ons beter om het product centraal te stellen en te benadrukken wat die compost de boeren oplevert’

tanzania
‘Op zich prima, medewerksters gingen bij de landbouwbedrijven langs. Maar die dames hielden een verkooppraatje dat voornamelijk ging over het bedrijf. Het product, de compost, kwam niet nadrukkelijk aan bod. Het leek ons beter om het product centraal te stellen en te benadrukken wat die compost de boeren oplevert.’ Verder adviseerden de studenten het bedrijf om geen strakke Engelse folders te verspreiden, maar simpele flyers in het Swahili. ‘Nou, dat had ik ze dus onder vier ogen moeten zeggen en niet voor een volle zaal. Maar ik deed die pitch op z’n Nederlands, duidelijk en direct. Tanzanianen zien dat als ongepast. Dat wist ik toen nog niet.’ Niet zo heel gek, misschien, want Demian hoorde slechts een paar dagen voor het begin over het bestaan van de summerschool. ‘Het is een initiatief van de International Business School, de aandacht ging vanzelfsprekend eerst naar studenten uit eigen kring. Ik had maar een paar dagen om te beslissen en ik kwam één dag voor het begin in Dar es Salaam aan.’

‘Hoe, wat of wanneer kun je nooit zeggen, maar een deel van mijn toekomst ligt in Afrika’

De summerschool werd afgesloten met een bezoek aan het eiland Zanzibar. Paradijselijk, noemt Julia het. Demian en Buyna denken er net zo over.
Demian: ‘Het was veel te kort. Niet alleen het verblijf Zanzibar, de hele summer school was super. Hoe, wat of wanneer kun je nooit zeggen, maar een deel van mijn toekomt ligt in Afrika.’
Buyna: ‘Ik ga ook zeker terug. Afrika is zo fantastisch, de mensen, de natuur, de sfeer. En je kunt er echt iets betekenen.’
Julia: ‘Tanzanianen blaken van optimisme, terwijl hun omstandigheden… Als je ziet hoe die mensen daar leven, besef je pas hoe bevoorrecht wij westerlingen zijn.’

Gemma, Paul en de HUF
De Summer School 2016 op de Dar es Salaam Business School werd opgezet door IBS-docenten Gemma Coughlan en Paul Wabike. De Tanzaniaanse studenten die de Summer School bezochten, ontvingen een beurs van de Hanze University Foundation, de aan de Hanzehogeschool verbonden stichting die er onder meer naar streeft om Nederlandse studenten te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking.