Vreemde dingen die nú gebeuren
Wie niet kan werken of studeren, kijkt anders. Wie binnen zit, kijkt naar buiten. Wie buiten wandelt (de frisse neus!) ziet vreemde dingen. Wie buiten wandelt, haalt zich dingen in het hoofd.
1 Anderhalf
Voor studenten is de anderhalve-meter-samenleving geen grote stap. Zoals bekend zijn de kamerhuren inmiddels zo hoog dat een student zich niet veel meer dan anderhalve vierkante meter kan veroorloven.
De horeca bereidt zich voor op de anderhalve-meter-samenleving door het aantal stoelen en tafels zodanig te verminderen dat er slechts ruimte overblijft voor anderhalve man en een paardenkop.
Een anderhalve-meter-paard is een pony.
Een anderhalve-meter-hond is een Deense dog.
2 De dieren
De beestjes beginnen zich echt op hun gemak te voelen. Honden dartelen uitgelaten rond, hommels zoemen van bloem naar bloem, vliegen vliegen en wespen steken.
Sommige dieren overdrijven. De schapen die in het weekend in een wei nabij Vries stonden, namen het ervan. Een stuk of vier van de wollige wezens knielden tijdens het grazen, hun voorpoten gebogen zodat ze zich niet ver hoefden bukken. Knielen tijdens het eten… lui of gelovig?
Sommige roofvogels zijn net christenen, ze bidden voor het eten.
3 De muziek
De Europese voetbalcompetities gaan waarschijnlijk niet meer door. De Engelse kampioen heet dus Liverpool FC. Hét Liverpoollied is You’ll Never Walk Alone. Dat is om onduidelijke redenen ook hét coronalied.
In de verlaten autostallingen onder de KPN-Borg, op een discusworp afstand van het hoofdstation van Groningen, oefende een popbandje. Publiek was er genoeg, op fiets en in de auto, maar een samenscholing werd het niet. Anderhalve-meter-muziek.
Het was lang stil op die doodstille dinsdagavond. Maar plotseling niet meer. Het werd prachtig toen twee jongens op hun elektrische gitaar aan de boorden van de Piccardthofplas een concert voor de vogels gaven. Die vlogen niet op, ze luisterden aandachtig naar de ver dragende klanken. Wanneer de jongens even stil hielden, klapten ze niet met hun vleugels.
De wandelaars met de frisse neuzen klapten wel.
4 De neus
Drie maanden geleden was er geen Nederlander die ooit een frisse neus ging halen. Ja, witte neuzen werden er genoeg gehaald, maar geen frisse.
De frisse neus was iets voor iemand die stamde uit vroeger tijden, de jaren waarin toffe peren rondliepen op mieterse klassenfuifjes.
Over de lange neus hoor je tegenwoordig maar weinig. Een lange neus trek je, naar degenen die verslagen zijn. Misschien zijn er zoveel verslagenen dat de mensen er de buik vol van hebben.
5 Helden en artsen
Ook al noem je ze om de haverklap zo, de meeste artsen zijn geen helden.
W.F. Hermans schreef: ‘Een held is iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.’
Wanneer artsen straffeloos onvoorzichtig zijn geweest, heeft men het niet over helden maar over de doofpot voor medische missers.
Verpleegkundigen en verzorgers zijn ook geen helden, ze lijken er alleen op.
6 De lockdown
Eigen leed is het ergste leed. Het weegt in ieder geval zwaarder dan andermans leed.
Een lockdown is leed met een hoog soortelijk gewicht. Degenen die een lockdown vergelijken met een celstraf, zijn nog nooit in een gevangenis geweest.
Een lockdown is Groningen op zondagochtend, half negen, Assen ’s avonds na negenen.
Een lockdown is een buitenwijk van een middelgroot dorp op een doordeweekse dag.
Een lockdown is misschien wel het gewone leven van een eeuw geleden.
Foto’s : Fran Boloni en Forest Simon (Unsplash)