‘Waar waren jullie al die tijd?’
Het duurde iets meer dan een uur, maar het minisymposium Omgevingsondersteunende Verslavingszorg bracht behoorlijk precies aan het licht waar het de afgelopen tientallen jaren aan schortte in de verslavingszorg en hoe die hulpverlening zal (en moet) veranderen.
Het centrale woord dat op 11 januari door conferentiezaal De Appel gonsde was omgeving. Als hulpverleners mensen in de omgeving van verslaafden betrekken bij interventies, is de kans op succes vele malen groter dan wanneer ze zich enkel en alleen op de verslaafde richten.
SJD-studente X geeft een tamelijk ontluisterend beeld van de verslavingszorg tijdens haar jeugd
Hoeveel precies valt (nog?) niet vast te stellen omdat de sprekers reppen over verschillende onderzoeken, verschillende verslavingen en verschillende types interventies, maar dat de methodes die de omgeving activeren meer vruchten afwerpen, betwist niemand van de rond de 175 aanwezigen.
Ervaringsdeskundige X, die Sociaal Juridische Dienstverlening studeert op de Hanzehogeschool, geeft een tamelijk ontluisterend beeld van de verslavingszorg tijdens haar jeugd. Haar moeder was twintig jaar verslaafd en de band tussen moeder en dochter was al die jaren sterk. (En dat is-ie nog, moeder en dochter spreken vandaag gezamenlijk over de verslaving en de problemen die daaruit voortkwamen.) ‘Mijn moeder was lief, grappig en zorgzaam, ondanks de zware omstandigheden waarin we verkeerden. Toch heb ik altijd het gevoel, zelfs nu nog, dat ik haar moet verdedigen tegen de oordelen die men over verslaafden heeft.’ Hulpverlening, politie en justitie hielden moeder in de gaten, maar ze hadden geen oog voor de dochter. Pas op haar twintigste ontmoette X de eerste hulpverlener die vroeg hoe het met háár ging. Toch wel pijnlijk is de vraag die ze vandaag aan de rijkelijk met hulpverleners gevulde zaal voorlegt: ‘Waar waren jullie al die tijd?’
Vroeger zag men de omgeving als oorzaak van de verslaving, nu als oplossing
Twee hoogleraren, Gabriel Anthonio en Hendrik Roozen, plaatsen het antwoord in historisch perspectief. Lange tijd was het overheersende idee dat verslaving een reactie was op de sociale omgeving: hulpverleners haalden de verslaafde dus zo snel mogelijk úit die omgeving. Daarna was het idee dominant dat verslaafden iets mankeerde, in de behandeling stond medicatie centraal. Vervolgens was de psychologische visie op het probleem bon-ton. De behandeling richtte zich sterk op het veranderen van de mentale en psychologische conditie van de verslaafde. Pas de laatste jaren raakten methodes waarin de hulpverlening gebruik maakt van familie en naasten in zwang. Of ze werken, hoe ze werken en waarom ze werken moet goed worden onderzocht en de Hanzehogeschool is er al druk mee in de weer. Na het minisymposium krijgt Eric Blaauw de blauwe sjerp omgehangen die hem officieel maakt tot lector Verslavingszorg.