Ga naar de inhoud
aid & development

Waarom de minor Aid & Development werd gecanceld

Voor het eerst in vijftien jaar gaat de minor International Aid & Development niet door. De reden: slechts vijf studenten schreven zich in. Hoe kan dat?

‘Het is echt heel teleurstellend. Vorig jaar was de belangstelling iets minder dan gebruikelijk, maar we waren niet echt bezorgd. Dat er nu maar vijf geïnteresseerden zijn… vijf slechts, dat is echt pijnlijk.’
Jonathan Tipping, die de minor International Aid & Development (IAD) inmiddels vijf jaar coördineert, heeft het moeilijk met het idee dat zijn minor niet door kan gaan. En die pil mag ook bitter smaken voor de gehele Hanze omdat IAD perfect aansluit bij het Hanze-motto share your talent, move the world. Als ‘je talenten inzetten om de wereld beter te maken’ de leus is waarmee je studenten lokt, dan verwacht je juist voor deze minor meer dan een handvol studenten.

Het lijkt me een flinke teleurstelling voor die vijf studenten, wat gaan die nu doen?
‘Voor nu zullen ze een andere minor moeten kiezen. Ik heb ze wel gewezen op de Summer School van de Hanze East Africa Hub. Via dat initiatief kunnen ze ook een bijdrage leveren aan onze Oost-Afrika-projecten. Er zijn dus nog wel mogelijkheden.’

Waarom denk je dat de belangstelling voor de minor is gedaald?
‘De minor is altijd populair geweest, we hebben ook nooit extra reclame hoeven te maken. Dus er iets veranderd, maar het is de vraag wat. Er zijn sowieso wat praktische obstakels bijgekomen. De laatste twee maanden van de minor brengen de studenten door in een land overzee. De kosten die daarbij komen kijken zijn enorm gestegen. Vliegen is duurder geworden en ook de verblijfkosten zijn een stuk hoger dan een paar jaar geleden.’

Dat houdt een beetje wereldverbeteraar toch niet tegen?
‘Nee, maar het is wel een factor. Het kan net genoeg zijn om niet te kiezen voor onze minor, maar voor een van de andere. Dat zijn er steeds meer, ook dat speelt mee. De concurrentie van andere minoren is toegenomen. Het gros van de studenten is geneigd om een minor van het eigen instituut te kiezen. Wij zijn een multi-disciplinaire minor. Dat is ook één van de positieve aspecten van het programma. Je ontmoet studenten van verschillende opleidingen met wie je mag samenwerken. Maar onze minor staat wel verder af van de opleidingen.’

En de inhoud, sluit die aan bij wat de huidige studenten willen?
‘Een heel moeilijke vraag. We hebben wel besloten om niet aan voluntourism te doen, vrijwilligerstoerisme. Dat is een hele industrie, zeker voor studenten die op avontuur willen gaan in een ontwikkelingsland. Je kunt bijvoorbeeld gaan werken in een weeshuis met kinderen die uiteindelijk helemaal geen wees blijken te zijn. De ouders krijgen gewoon betaald als ze hun kind daar laten verblijven. Dat is schadelijk voor die kinderen, maar die vrijwilligers weten vaak niet hoe de vork in de steel zit. Zij worden gewoon gebruikt. De organisaties die achter deze industrie zitten zijn geraffineerd, je krijgt er moeilijk zicht op. Daarom werken wij via de Hanze East Africa Hub, zodat we alleen werken met lokale niet-gouvernementele organisaties die we al lange tijd kennen. Maar ja, er zijn studenten die per se naar Bali willen voor hun vrijwilligerservaring.’

Dat klinkt alsof zij de persoonlijke uitdaging belangrijker vinden dan het goede doel.
‘Zoals ik al zei: die vrijwilligers weten natuurlijk niet dat zulke organisaties enkel op winst uit zijn. Ze hebben geen idee dat ze meewerken aan praktijken die schadelijk kunnen zijn.
‘Ik vermoed trouwens wél een verband tussen de dalende belangstelling en de toegenomen twijfel aan vooruitgang, die in zwang is in de gehele westerse wereld. Het Westen is niet meer zo zeker van zijn rol in de toekomst. Na de val van de Berlijnse Muur was er overal optimisme, de wereld zou alleen maar beter worden. We geloofden dat het mogelijk was. Een eind aan de armoede, meer democratie en goede gezondheidszorg voor iedereen, dat leek allemaal binnen bereik. Globalisering was een positief woord.
‘Nu denken we ook aan de negatieve aspecten van globalisering. De ongelijkheid wereldwijd, de milieueffecten. Multinationale bedrijven zijn zo machtig dat ze zich kunnen onttrekken aan belasting- en milieuregels. Ik heb de indruk dat jonge mensen steeds nadrukkelijker voelen dat ze geen invloed hebben op mondiale machten en krachten. Laten we niet vergeten dat covid een pandemie is geworden doordat de mens over de hele wereld kan reizen. Door globalisering, dus. Het zou goed kunnen dat die drie verloren jaren van invloed zijn geweest de kijk op de wereld van jongeren en op hun ideeën over internationale ontwikkeling.’

En dan is het kabinet ook nog eens geen voorstander van internationalisering.
‘Dat is waar. Het huidige politieke klimaat is heel negatief wat deze thema’s betreft. Maar dat geeft de Hanze en eigenlijk het hele onderwijs dan de kans om te gaan staan voor zijn waarden. Internationale samenwerking is een goede kracht en niet iets om te vrezen, dat moeten we luid uitspreken. Gelukkig doet de Hanze dat ook. De docenten van onze minor gaan ook door. We willen de internationalisering inbedden in het gewone onderwijs. Nu is het te veel en te vaak een zijpad. Maar het belangrijkste voor ons is dat we nadenken hoe we volgend jaar genoeg studenten kunnen mobiliseren voor onze projecten.’

En de minor? Gaat die volgend jaar wel door?
‘Ja, daar gaan we helemaal vanuit. Vanaf mei kunnen de studenten zich inschrijven.’

Foto: Andreea Luta