Waarom Jessica Zweers Docent van het Jaar wordt
Machiel Blok, Karen Kotten-Lips en Arianna Pranger staan voor een wel heel erg heet vuur. Op 21 april moeten ze het in de finale van de verkiezing van de Docent van het Jaar opnemen tegen Hanze-docent Jessica Zweers.
‘Studenten weten het allemaal, bij mij moet je aan de bak. Altijd, ook tijdens de theorielessen. Oefenen, laat me zien waar en hoe je vastloopt, dan kan ik je verder helpen. Vaak met een simpel zetje, soms met een grondige uitleg. Neem wiskunde en rekenen. Snap je de opgave niet of maak je een slordigheidsfoutje? Dat ziet een docent niet aan de uitkomst, die is in beide gevallen fout. Nee, de docent kan dat alleen maar opmaken uit wat de student doet. Een slordigheidje pik ik er zo uit, dan zeg ik: kijk daar even naar. Als je het niet begrijpt, ga ik dieper op de stof in. Van zo’n uitleg maak ik een filmpje, dat de studenten later nog eens bekijken. Ik heb inmiddels een hele collectie.’
Geef je rekenen?
‘Ook. Breuken, logaritmes. Wanneer studenten hier binnenkomen, denken ze: ik ga meteen pipetteren in het laboratorium. En, alles voor de student, we zorgen er ook voor dat ze de eerste week al in het lab staan. Maar niet zomaar. We hebben het rekenonderwijs zo op het labwerk afgestemd dat het verantwoord is. In een laboratorium moet je goed weten wat je doet. Ze moeten uit de voeten kunnen met rekenen en wiskunde en ze moeten kennis hebben van scheikundige reacties.’
Die vakken, dat klinkt weer niet zo aantrekkelijk.
‘Dat je dat zegt, vind ik meteen interessant. Wat zit daar achter?’
Sommige dingen kan ik me moeilijk voorstellen. Delen door één kan wel, maar delen door nul niet, terwijl… in beide gevallen is geen sprake van delen.
‘Het is abstract. Je vindt het moeilijk om de stof in verband te brengen met iets wat je wél begrijpt. Ik weet dat studenten dat lastig kunnen vinden, maar het is niet onmogelijk. Tijdens mijn lessen zet ik alles op alles om ervoor te zorgen dat studenten er wel vat op krijgen. Ik ben een onderzoeker. Zo kijk ik ook naar de problemen waar de studenten tegenaan lopen. Waar gaat het mis, hoe gaat het mis en wat kan ik doen om ze wel greep op het probleem te geven? Er zijn veel manieren om studenten te helpen. Je moet goed onderzoeken welke het best werkt.’
Geef je al je studenten individueel les?
‘Ik geef veel individuele aandacht. Studenten leren verschillend. Je hoort veel over studenten die het afgelopen jaar slechter zijn gaan presteren door online onderwijs. Ik denk dat daar de meekijkers onder zitten, studenten die erg veel opsteken van het leren van de anderen in de klas. Dat meekijken is natuurlijk moeilijker wanneer je achter een computerscherm zit. Aan de andere kant is het ook boeiend dat sommige studenten juist beter zijn gaan presteren.’
Voor hen is online onderwijs dus beter.
‘Dat zou kunnen, het is heel interessant om uit te zoeken waar hun beter presteren vandaan komt. Los daarvan heeft het afgelopen jaar mij vooral gesterkt in het idee dat het onderwijs in de klas bijzonder effectief is. Ik vermoed dat dat komt door de kleine signalen die je bewust op onbewust opvangt. Wanneer ik in m’n ooghoek een student zie gapen, kom ik op het idee om even te pauzeren. Hoe werkt dat? Kunnen we die wetenschap gebruiken om ons onderwijs beter te maken? Daar praat ik veel over met m’n collega’s. Op de Hanze lopen veel mensen rond die, net als ik, graag prutsen met werkvormen. Uitproberen, testen, kijken wat werkt. Leren van wat er fout gaat. Want dat gebeurt.’
Op 21 april sta je in de finale van de Docent van het Jaar, wat moet je doen?
‘In welke vorm het gebeurt weten we nog niet. Een mini-college van tien minuten staat sowieso op het programma. Dat zal iets inhoudelijks zijn, dat vind ik het leukst. Toen ik werd genomineerd moest ik een pitch houden, in vijf minuten vertellen waarom ik Docent van het Jaar zou moeten worden. Dat voelde ongemakkelijk en eigenlijk wist ik het ook niet. Nooit over nagedacht, natuurlijk. Gelukkig kon ik terecht bij collega’s met goede ideeën. Die vertelden me bijvoorbeeld dat ik altijd en overal bezig ben met professionalisering. Dat is zo. Alles kan altijd beter, en mijn eigen functioneren is daarop geen uitzondering.’
——————————————————————————————————————
Jessica Zweers (Hardenberg, 1983) is docent aan de major-opleiding Medische Diagnostiek van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, daarnaast geeft ze veel vakken bij andere opleidingen van het Instituut voor Life Science en Technology. In de hoedanigheid van hogeschooldocent Onderwijsvernieuwing leidt ze de zoektocht van haar collega’s (en wie verder maar wil) naar effectieve didactische werkvormen.