Ga naar de inhoud
opfriscursus

Zo kun je van je rijangst afkomen

Joni wil van haar rijangst af. Maar hoe? Gewoon achter het stuur kruipen? Naar de psycholoog? Of toch maar een opfriscursus?

Het wordt alleen maar enger als je het niet doet. Het zit in je hoofd, je kunt het wel. Zou ik anders met je meerijden? Het zijn allemaal goedbedoelde adviezen en tips die ik de laatste jaren (ongevraagd) heb ontvangen sinds ik niet meer autorijd. Weinig mensen lijken te begrijpen dat ik het gaspedaal liever vermijd en ik simpelweg gewoon niet durf te rijden. Omdat ‘gewoon gaan’ makkelijker gezegd is dan gedaan, ben ik benieuwd naar wat wél kan helpen om jongeren van hun rijangst af te laten komen.

Wanneer je googelt op ‘hoe kom ik van mijn rijangst af?’, vind je oneindig veel tips om binnen twee tellen vol zelfvertrouwen achter het stuur te kruipen. Zo kun je een muziekje aanzetten, van tevoren goed de route plannen en moet je jezelf vooral niet gek maken. Handig voor als je gewoon wat zenuwen hebt, maar als je angst dieper zit, zijn het loze woorden.

Laat de instructeur een inschatting maken van hoe iemand achter het stuur zit

Het is fijn om ervan af te komen, maar voorkomen dat je rijangst ontwikkelt is nog beter. Jos Vrieling, verkeerspsycholoog en docent aan NHL Stenden, heeft wel een idee over hoe dit zou kunnen: ‘Je zou de instructeur een inschatting kunnen laten maken van hoe iemand achter het stuur zit. Die kan dan een advies meegeven. Hij zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de leerling het rijbewijs kan halen, maar dat hij of zij beter vijf extra lessen kan nemen om dat stukje onzekerheid weg te halen.’

‘Dat zou kunnen’, zegt Aljo Rolf. ‘Maar dan moeten instructeurs die onzekerheid natuurlijk wel herkennen.’ Als hypnotherapeut en ervaren instructrice helpt Rolf mensen met rijangst weer op (de) weg. ‘Instructeurs weten veel van rijvaardigheden, maar niet van achterliggende overtuigingen of problematiek. Er zit een gat tussen die twee.’ Dit gat dichten is niet zo makkelijk. ‘Ik heb het er weleens over met collega’s, maar het is lastig. Het zou fijn zijn als er betere opleidingen komen of dat er meer over bekend wordt.’

Opfrissen, extra lessen of misschien wel exposure-therapie

Iemand die flink last heeft van rijangst, komt daar niet altijd op eigen houtje van af. Vaak wordt op dit soort momenten een opfriscursus aanbevolen. Vrieling: ‘In onderzoeken zie je naar voren komen dat mensen die onzeker zijn, het best naar een organisatie kunnen gaan die gespecialiseerd is in rijangst. Daar kunnen ze dan wat extra lessen nemen of exposure-therapie doen.’

Door een opfriscursus kun je binnen enkele lessen weer zelfverzekerd achter het stuur zitten. Is dat echt zo? Voor een proef op de som maakte ik een afspraak met Ronald Elzinga, eigenaar van AutorijschoolR en gespecialiseerd in rijangst. Ik stelde voor om af te spreken bij het station, maar Ronald wilde daar niks van weten. Ik woon midden in het centrum en alleen al bij de gedachte om daar te rijden krijg ik het benauwd. ‘Mooi plekje om te beginnen’, kreeg ik terug als antwoord. Dus zat ik thuis zenuwachtig op de bank, terwijl het terras tegenover volstroomde met mensen die aanschoven voor de vrijdagmiddagborrel. Snel nog even googelen: waar zat de koppeling ook alweer?

Voor ik het weet, rijd ik langs het volle terras de weg op richting Hoogkerk

Als de bel gaat, is er geen weg terug. Ik open de deur en aan de andere kant staat Ronald. Na een kort gesprekje buiten de auto, mag ik plaatsnemen achter het stuur. Eerst nemen we kort door hoe de auto werkt. Vervolgens vraagt Ronald naar mijn eerdere ervaringen met rijles, of ik autorijden leuk vind en wat ik hier aan hoop te hebben. Ik vertel dat mijn eerdere ervaringen met rijles niet heel positief zijn, dat ik autorijden niet leuk vind en dat ik vooral heel benieuwd ben naar hoe het is om na twee jaar weer achter het stuur te zitten.

Voor ik het weet, rijd ik langs het volle terras de weg op richting Hoogkerk. Met Radio 10 op de achtergrond geeft Ronald aan wanneer ik moet insturen. Verder kletsen we een beetje over wat ik verder doe in het leven. Ik moet er even inkomen, maar ik ben niet zo veel verleerd als ik had gedacht. Wel blijf ik last houden van een droge mond en mijn hart klopt veel sneller dan normaal. Maar Ronald weet me met zijn ontspannen houding en humor rustig achter het stuur te laten zitten.

Ronald weet mijn rijgedrag in één woord samen te vatten: chaos

Als we even later terug de stad in rijden, is de ontspanning ver te zoeken. Midden in de vrijdagmiddagspits rijden we door de Oude Ebbingestraat. De fietsers komen overal vandaan, de kruispunten zijn druk en ineens staan we stil voor het stoplicht. ‘Je kunt heel veel opmaken over mensen als je ze ziet rijden’, vertelt Ronald. Ik ben benieuwd wat hij in mijn rijgedrag ziet. Ronald weet dit in één woord samen te vatten: chaos. ‘Je kijkt heel veel, maar eigenlijk vooral naar de dingen waar je niet naar hoeft te kijken. Je houdt te veel rekening met onverwachte scenario’s waardoor je eigenlijk vergeet wat je moet doen en in de stress schiet.’

Bij de Plantsoenbrug steekt een vrouw het zebrapad over

Op dat moment geven de wijzers aan dat er nog een kwartiertje over is. Ondanks dat het rijden zelf me meevalt, ben ik blij dat het er straks weer op zit. Nog steeds haal ik geen plezier uit het rijden en ik begin mezelf af te vragen wat de toegevoegde waarde van mijn roze pasje nou is (afgezien van een legitimatiebewijs om de club in te mogen). De druppel die de emmer doet overlopen volgt vlak daarna. Na een tocht over de diepenring komen we aan bij de Plantsoenbrug. Daar gebeurt zoveel dat ik het overzicht helemaal kwijt ben. Ik ben zo gefocust op de bus die op mij afkomt, dat ik niet doorheb dat Ronald keihard op de rem moet trappen. Wanneer hij dat niet had gedaan, had de vrouw die vlak voor mijn neus het zebrapad overstak bij mij op de motorkap gelegen.

Ik wéét nu dat het mogelijk is om van mijn rijangst af te komen

Na dit laatste hectische kwartiertje, weet ik de auto weer zonder schade voor de deur te zetten. Ik voel me opgelucht wanneer de sleutel uit het contact kan en ik de handrem mag aantrekken. Wanneer Ronald vraagt naar wat ik ervan vond, geef ik aan dat het me meeviel. Wel zeg ik dat ik weer heel erg moest wennen en niet altijd het idee had wat ik aan het doen was. Ronald geeft aan dat hij dat herkent: ‘Je basisvaardigheden zijn goed, maar je wilt veel te gehaast. Daardoor ga je dingen doen zonder na te denken en raak je het overzicht kwijt. Ik zou je adviseren om nog wat extra opfrislessen te doen, of anders gewoon veel te oefenen op rustige stukken.’

Wanneer we uit de auto stappen, vraagt Ronald of ik interesse heb in vervolglessen. Ik geef aan dat ik geen interesse heb. Als ik het autorijden nu weer ga oppakken, doe ik dat niet voor mezelf, maar voor de mensen om mij heen. Hoewel er nog een lange weg te gaan is voordat ik comfortabel achter het stuur zit, weet ik nu wel dat het mogelijk is om van mijn rijangst af te komen. Dit is niet iets wat binnen een paar dagen opgelost is, en ook niet iets waar ik direct mee aan de slag ga, maar met de juiste begeleiding is er zeker een weg vooruit.