Algemeen Plat Gronings
Algemeen Plat Gronings gaat mij slecht af. Dit komt deels omdat ik uit de Randstad kom en deels omdat alle studenten in Groningen ABN beheersen. (Uitzondering natuurlijk de corpspik, die na jaren van logopedie in een privékliniek klinkt alsof hij uit het Gooi komt.) Hierdoor is mijn ervaring met APG zo minuscuul, dat ik de vraag Kinst doe ’t wel verstoan? niet eens versta.
Of hij dan wellicht Gronings verstaat? Ik hoor een diepe zucht
Ik heb dit zinnetje opgezocht, omdat het de doorslaggevende woorden van een politieagent waren, ergens bij het tankstation in Adorp. Daar kom ik zo op terug. Ook Google verstond geen Gronings. De website heeft me zeker 114 alternatieve zoekopdrachten voorgeschoteld, tot ik plots werd gebeld. Aan de lijn iemand van de klantenservice van Google: of ik wilde ophouden met het invoeren van onzin, want elke zoekopdracht kost twee vierkante meter regenwoud. Of hij dan wellicht Gronings verstaat? Ik hoor een diepe zucht.
‘Wat wil je weten?’ vraagt hij.
Ik stel mijn vraag.
‘Dat betekent: ‘kun je mij wel begrijpen?’, zegt hij en hangt op. Nog een geluk dat Google sinds 2016 een datacenter in de Eemshaven heeft, anders was ik verloren geweest.
Hij kijkt argwanend naar de betaalpaal: ‘Ik traauw ’t nait’
Voorafgaand aan het uitspreken van de miraculeuze woorden zat de agent nog rustig in zijn auto, terwijl ik was afgestapt bij dat tankstation. Wanneer ik de automatische betaalpaal mijn bonnetje vraag, hoor ik verderop een man knauwen.
‘Kej doar aik mit kontant betoaln?’
Hij stapt uit om zonder verdere uitleg zijn bankpasje met het mijne te vergelijken.
‘Ooja, dei hai’k ek.’
Hij kijkt argwanend naar de betaalpaal.
‘Ik traauw ’t nait.’
Ik begin het te begrijpen. Alle technologie is deze man vreemd.
‘Ach meneer, ik tank altijd zo, gaat altijd goed. Anders bewaart u de bon, dan kunt u het thuis nog nakijken.’
De man peinst even, ondertussen slaat de agent ons gade uit zijn open autoraam.
‘Hoe werkt dat dan?’, vraagt hij, in het Nederlands nu.
‘Wat wilt u tanken? Euro 95?’
Hij knikt en ik toets.
‘Oafnokken, roare oap! Pak op pens most dei ja krieng!’
‘U staat daar bij pomp vijf’, vervolg ik terwijl ik de pomp selecteer op het scherm. Hij steekt z’n pas in de paal en ik wend discreet mijn blik af.
‘Eem zain, pinn’n, oké, vieve… drije… vieve… zeum…’
Ik barst in lachen uit.
‘Ja, als u hardop de pincode roept, ligt het niet aan die automaat natuurlijk!’, roep ik met een verontschuldigende lach.
‘Wat?!’, briest hij, ‘Oafnokken, roare oap! Pak op pens most dei ja krieng!’
Ik schrik en onmiddellijk stapt de agent uit de auto. De boer begint een onverstaanbaar relaas tegen de agent, wijzend op mij. De agent neemt me op van top tot teen, kalm, en stelt één vraag
‘Kinst doe ’t wel verstoan?’
‘Sorry, wat zegt u?’
Hij zucht en schudt zijn hoofd.
‘Dat dacht ik al. Kaalm Fred, dei hat nait verstoan.’
Fred drukt mokkend op het knopje met OK en loopt naar de pomp. De agent kijkt me aan.
‘Maak je niet druk, Fred is een beetje ainzaalm.’
(Foto: Chris Parfitt)