Ga naar de inhoud

Bieren & Baren

Het lijkt me ideaal als ik nog leuk kan meedoen wanneer mijn kinderen op hun achttiende gaan drinken. Niet altijd, dat zou gênant zijn. Maar tijdens een ouderdag op de studentenvereniging wel, bijvoorbeeld. Ik denk dat ik op m’n 45-ste nog wel op een redelijk niveau kan zitten. Mathematisch gezien betekent dit dat ik op mijn 27-ste een kind moet krijgen. Consequent doorcijferend kom ik tot de slotsom dat ik dus binnen dik vijf jaar een man moet vinden, met hem moet gaan samenwonen en dan ook nog een kind zal moeten baren. Dat is wel vlot en ook niet reëel, denk ik, gezien het feit dat ik over drie jaar pas klaar ben met masterdingen.

Let’s face it, er zijn weinig mannen in het basisonderwijs

Ik zie het niet gebeuren. Ten eerste: waar duikel je zo’n man op? Ik sta straks voor de klas, probeer een deeltijdmaster te halen en ben bang dat mijn sociale leven zal bestaan uit bibliotheek, de UB. Ten tweede: ik weet echt niet op welke UB-verdieping ik thuishoor. Het schijnt zo te zijn dat Vindicat een bepaalde verdieping domineert, en Albertus Magnus koning is op een andere. Waar moet ik dan zitten? Op welke verdieping vind ik mannen die geen lid zijn? Of, dit is niet helemaal helder, wil ik juist een échte student?
Ik zou ook verkering kunnen krijgen op mijn werk, maar let’s face it: tegenwoordig zijn er niet zo veel mannen meer die lesgeven in het basisonderwijs. En flirten op de basisschool is ontzettend lastig. Tongen in het opslaghok tussen de gekleurde A4’tjes? Zeker niet. Tinder is ook allang verleden tijd en ik vind mezelf ook nog niet geschikt voor sites als Lexa en dergelijke.
Al met al moet ik dus nu beginnen met stress krijgen. Ik heb nog een paar maanden om iemand te vinden, lekker casual in mijn studententijd. Wat is nu het plan? Iedere avond naar de kroeg gaan? Nog een bestuursjaar doen bij een grote organisatie? Ik zal toch echt ergens iemand moeten ontmoeten, anders lukt baren in vijf jaar niet. Wellicht stel ik te hoge eisen. Het komt vast allemaal wel goed, ik kan me namelijk niet voorstellen dat wanneer ik vijfenvijftig ben, ik opeens geen bier lust.