Ga naar de inhoud
Buitenlandse studenten brengen veel geld in het laatje

Buitenlandse studenten spekken de schatkist

Internationalisering is financieel gunstig voor Nederland. Dat schrijft het Centraal Plan Bureau in een notitie over de economische gevolgen van internationalisering in het onderwijs

In de notitie schetst het CPB een beeld van de populatie van buitenlandse studenten die in Nederland een volledige opleiding in het hoger onderwijs volgen (uitwisselingsstudenten telt men dus niet mee). Naast het verschil tussen wo’ers en hbo’ers, maken de onderzoekers een onderscheid tussen afgestudeerden die afkomstig zijn uit de Europese Economische Ruimte (de EER, de landen van de Europese Unie plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein) en afgestudeerden uit overige landen (de non-EER-afgestudeerden).

Bijna de helft van de afgestudeerden van buiten de EU werkt één jaar later in Nederland

Voor die laatste categorie is Nederland een aantrekkelijke vestigingsland. Bijna de helft van de afgestudeerde non-EER studenten (48 procent) is één jaar na het behalen van het bachelor-diploma in Nederland aan het werk (of op zoek naar werk). Na vijf jaar is dat aandeel weliswaar gedaald tot één derde, maar dat is nog altijd vrij hoog.
Zeker in vergelijking met EER-bachelors, die minder voor een loopbaan in Nederland te porren zijn: slechts één op de zes woont één jaar na het afstuderen nog in Nederland, en vijf jaar na het behalen van het diploma zijn negen van de tien van hen vertrokken.
Afgestudeerden van buiten de EER die in Nederland aan de slag gaan, draaien meer uren dan gemiddeld. Daar krijgen ze wel minder voor betaald, maar dat verandert naarmate ze langer in Nederland blijven. Hun kansen op werk zijn groot, omdat ze opleidingen in de techniek en de economie volgen.

Zelfs studenten die direct na de opleiding hun heil buiten Nederland zoeken, leveren de schatkist geld op

In het studiejaar 2017-2018 volgden 25.815 buitenlandse studenten een hbo-opleiding, meer dan een verdubbeling van het aantal in 2012. Dik driekwart van hen (19.982) kwam uit een EER-land, vooral uit Duitsland. De rest (5.833 studenten) kwam van elders, waarbij China het vaakst het land van herkomst was.
Financieel pakt de aanwezigheid van buitenlandse studenten sowieso gunstig uit. Zelfs de studenten die direct na hun opleiding hun heil elders zoeken, leveren een bijdrage aan de schatkist. Gemiddeld brengt één hbo-student van buiten de EER 68,5 duizend euro in het laatje. Een hbo-student van binnen de EER tikt minder aan, maar levert de fiscus toch nog zo’n vijfduizend euro op.