Ciska & de winterdip
Voor me staat een lange rij van mensen die ook de bus in willen. Hun gezichten staan net als dat van mij op onweer. Het is namelijk kutweer en niet zo’n beetje ook. Om te huilen. In de rij staat ook nog eens één van mijn grootste ergernissen: mensen zonder OV-chipkaart. Het verschil tussen snel inchecken en een kaartje kopen bij de buschauffeur voelt zo ongelooflijk groot, met name als je buiten in de regen staat. Natuurlijk zijn de non-chippers boven de zeventig, ze pakken met trillende handen hun kleingeld voor het kaartje. Het bedrag moet natuurlijk precies gepast betaald worden, want wisselgeld krijgen is het ergste wat er bestaat.
Ik vraag me af waarom er nog zulke vrouwen bestaan en begraaf m’n gezicht moedeloos in m’n handen
Na wat een eeuwigheid lijkt, stap ik eindelijk in de bus en neem plaats aan de rechterkant. Aan de linkerkant zit een typische huisvrouw met een kortpittig kapsel. Ik vraag me af waarom zulke vrouwen nog rondlopen en begraaf mijn gezicht moedeloos in mijn handen. De bus trekt langzaam op en de ietwat te lange reis naar Groningen begint. Terwijl ik uit het raam kijk en een semi-filosofisch momentje heb, begint me iets te dagen. Ik kan me herinneren dat ik me vorig jaar rond dezelfde tijd realiseerde dat ik de winter elk jaar kutter vindt. Het kan geen toeval zijn: ik heb last van een winterdip.
De vrouw met het kortpittige kapsel begint met bellen. ‘Met Ciska’, hoor ik. Wat volgt is een kort gesprek waarin Ciska vertelt hoe zwaar ze het wel niet heeft, omdat ze haar autosleutel ineens kwijt was en toen wel één hele bus later moest nemen. Na vijf minuten sluit ze het gesprek af met een verrassende en ook wel angstaanjagende tekst: ‘Ach, het komt door de winter, hè? Dat is altijd een wat mindere periode.’ Ik laat de zin even op me inwerken, terwijl ik mijn hoofd lichtjes haar kant opdraai. Blijkbaar heeft deze Ciska met haar rode fleece-vest en paarse haar hetzelfde als ik. Ineens weet ik waarom er nog vrouwen zoals zij rondlopen. De verklaring is o, zo logisch: diep van binnen zijn we allemaal een huisvrouw met kortpittig kapsel.