Ga naar de inhoud

Dagdromen

De tentamenperiode in de winter beschouw ik zo ongeveer als de ergste tijd van het jaar. Niet alleen omdat ik de gewoonte heb om deze periode te verlengen door alles op de herkansing te gooien, maar ook omdat ineens alle sjaars de UB hebben ontdekt. Gevolg hiervan is dat elke ochtend een strijd met de wekker moet worden geleverd om een plekje in de UB te bemachtigen.
Wanneer ik het zowaar voor elkaar heb gekregen om op tijd mijn bed uit te komen en vol goede moed in de UB te zit, begint de ellende. Hoe langer de tentamenperiode duurt, hoe korter mijn concentratieboog lijkt te worden. Ik lees de teksten wel, maar de woorden dringen niet tot mij door. Als ik maar lang genoeg naar de tekst kijk, worden de woorden vanzelf een waas waarin ik kan verdrinken. Mijn gedachten dwalen af en ik begin te dagdromen.

Hoe ziet een kaalgeschoren beer eruit, rijmt er echt geen woord op twaalf?

Verschillende gedachtes stromen door mijn hoofd, maar geen enkele gaat over de studiestof. Ik begin te mijmeren over wat er zou gebeuren als ik zou stoppen met studeren. Ik denk aan mijn uitvaartverzekering die ik nog moet betalen en waarom begrafenissen zo duur zijn. Een gemiddelde uitvaart kost zevenduizend euro leert wat googelen mij. Ik denk aan hoe een kaalgeschoren beer eruit ziet. Ik vraag me af of er echt geen woord rijmt op twaalf. Ik moet denken aan een verhaal dat een vriend mij vertelde over een nacht stappen en de groep mensen die hij tegenkwam. Een groep mannen van midden-twintig die aan de rand van de dansvloer staan, gekleed in afzichtelijk C&A-bloesjes, met een biertje in hun hand en uit de maat met de muziek mee knikken. Mannen die te bang zijn om op vrouwen af te stappen. De groep mannen die eigenlijk heel zielig is en de vergankelijkheid van het bestaan weergeven. Ik denk aan mijn avondeten van gisteravond waar de macaroni danste op de maat van stromend water. Ik kijk om me heen en vraag me af of het verbod van Hanzestudenten wel echt geldt. Er lijken alleen maar meer studenten in de UB te zijn. Eigenlijk hoop ik stiekem op een soort Schutzstaffel, in de vorm van de Studentenpartij Calimero, die een razzia in de UB begint en alle Hanzestudenten luidkeels schreeuwend bij de haren pakt en op transport naar Zernike zet. Helaas, niks van dit alles. Het enige Duits wat ik hoor zijn twee studenten die iets samen bespreken. Wisten jullie trouwens dat het woord ‘razzia’ uit het Arabisch zou stammen? Ik niet.
De zon is inmiddels ondergegaan, niet dat het laat is, het blijft natuurlijk winter. Langzaam begint het idee te groeien om maar naar huis te gaan. Morgen is er weer een dag. Misschien komt de Schutzstaffel dan wel de Hanzestudenten verwijderen.