Ga naar de inhoud

De laatste ronde

Toen ik dit collegejaar voor de laatste keer naar de universiteitsbibliotheek fietste, moest ik stoppen voor het stoplicht bij de Westerhaven. Terwijl ik wachtte, stopten naast mij twee mannen van rond de vijftig. ‘Nog dertig kilometer, Hans’, hijgde er één. Uit de man naast hem, vermoedelijk Hans dus, kwam niks anders dan een terminale piep. Beide heren verplaatsen zich voort op een racefiets. Om het plaatje compleet te maken, hadden ze zich allebei in een veel te strak wielrenpakje gehesen. Hans droeg het welbekende wielrenshirt van de Rabobank. De andere man droeg de bolletjestrui, zoals we die ook in de Tour de France zien. Toen het stoplicht op groen sprong, fietsten de twee mannen weg. Dit deden ze in een dusdanig tempo dat ze werden ingehaald door een vader met twee kinderen in een bakfiets.

Wielrenvijftigers, in plaats van zich er makkelijk van af te maken, geven ze álles

Het beeld van de twee mannen liet me de afgelopen week niet los. Enerzijds vond ik het aandoenlijk, anderzijds intens triest en een schande voor de sport. Het feit dat ze het zo serieus namen, ergerde me. Eigenlijk heb ik dit met elke amateur die sport. Er is altijd wel iemand in je omgeving die zijn sportieve prestaties te serieus neemt. Of dit nou de aanvoerder is in het voetbalelftal die bij een 10-0 achterstand schreeuwt: ‘Nu wij weer!’, of een tennisser die na één verkeerde bal zijn racket stuk gooit.
Eigenlijk lijken deze twee wielrennende mannen het tegenovergestelde van de rendementsdenkende, Nederlandse student. In dit geval heb ik het niet alleen over hun levensstijl, maar ook over hun levenshouding. In plaats van zich er makkelijk van af te maken, geven ze alles. Dit in tegenstelling tot de typische student die de meeste colleges verzuimt en vervolgens nipt een 5,5 haalt. Ironisch is dat ondanks dat de mannen alles geven, ze toch niet in staat zijn om daadwerkelijk veel te bereiken. Net als de student die met hard studeren een zes haalt. Misschien beseffen de mannen dat hun laatste ronde is aangebroken: nog een paar laatste rondjes voordat het lichaam helemaal in ellende zakt. Nog een paar kilometers maken met die benen vol spataders.
Ik heb deze week wel de laatste ronde gehad. De tentamens zijn gemaakt en de essays zijn ingeleverd. Op het moment dat de Tour de France begint, is mijn vakantie officieel begonnen. Ik kijk ernaar uit. Niet alleen naar de vakantie, maar ook naar de Tour. Net als Hans en zijn vriend.