Ga naar de inhoud

De laatste was

Een misselijkmakende geur dringt mijn neusgaten binnen. Ik onderdruk het kokhalzen en doe het enige wat ik kan: doorgaan. Ondanks dat ik handschoenen draag, voel ik het afvalwater mijn vingers aantasten. Een regelrechte putlucht vreet aan mijn rubberen handschoen en ik zou zweren dat ik mijn vel voel loslaten. Dit alles ging door mij heen terwijl ik met een dichtgeknepen neus de wasmachine leegschepte. Een deprimerend einde aan een toch al moeizame relatie met dit gedrocht dat de term witgoed niet verdient.

Naast schilderijen van schapen en vooroorlogse meubelstukken blijkt Mamamini ook witgoed te hebben

Afgelopen week is de wasmachine in mijn studentenhuis abrupt overleden. Niemand zal rouwen. Vanaf het moment dat hij voor mijn deur stond was het al bar en boos. Nadat een huisgenoot van mij vertrok en de wasmachine meenam, moest er een nieuwe komen. In plaats van een wasmachine huren, wat iedere verstandige student doet, had ik het briljante idee om een goedkoop tweedehandsje te kopen. Mijn zoektocht bracht me uiteindelijk naar het limbo van tweedehands spullen: Mamamini te Groningen. Naast schilderijen van schapen en vooroorlogse meubelstukken bleek er ook een witgoedafdeling te zijn. Mijn oog viel al snel op een schappelijk geprijsde machine, die ook nog eens bezorgd zou worden. Dat de lage prijs uiteindelijk niks goeds voorspelde, daar kwam ik natuurlijk pas later achter.

Het onheilspellende gerammel en gekraak was de eerste doodsteek

Twee dagen na mijn aanschaf stonden de Mamaminimannen voor de deur met de wasmachine. ‘Ik mag hopen dat je niet alleen bent, want dit is geen lichte jongen’, grijnsde één van de twee bezorgers terwijl hij lieflijk op de wasmachine klopte. Een snelle blik op het formulier leerde me dat het witte bakbeest maar liefst honderd kilo woog. Ik trommelde de inmiddels ex van een huisgenoot op en samen begonnen we aan de immense taak om deze obesitas-wasmachine omhoog te tillen.
Het werd een debacle. Drie traptreden gingen acceptabel, maar zodra één van ons het gewicht moest tillen terwijl hij op een trede stond, ging het mis. Uit pure wanhoop hebben we de wasmachine de trap opgerold, waarbij hij meerdere malen over de kop is gaan. Het onheilspellende gerammel en gekraak dat we hoorden, besloten we wijselijk te negeren. Nu, achteraf gezien, denk ik dat al de eerste doodsteek was voor de wasmachine.
Beter zou het niet worden, aangezien de wasmachine na elke was meer en meer op een aardbevingssimulator ging lijken. De laatste paar weken ging het toch al enorme getril vergezeld van een krakend geluid, waardoor de angst voor een ontploffing bij elke wasbeurt groter werd. Tot een ontploffing kwam het niet. Hij stierf een laffe dood, waarbij hij m’n was achterliet in een plas smerig water. Het was een machine, alleen geen wasmachine.

Foto: collectie Carlo Brogi