Ga naar de inhoud

De nacht van Charlie

Sinds twee weken hebben we een katje. Schattigheid in haar puurste vorm. Helemaal zwart met witte zachte achterpootjes, alsof ie even door de witte latexverf is gebanjerd. Hij heet Olle. Na een paar dagen van onwennigheid lijkt-ie zich nu thuis te voelen. Samen kijken we naar Homeland en spelen we met de slingers. ’s Avonds valt-ie aan het voeteneind in slaap. Opgekruld, languit, in een onmogelijke yogapose: Olle slaapt.
Olles wereld is perfect. Zijn dagen zijn gevuld met eten, liefde en avontuur. Olle weet niet dat er mensen zijn die elkaar vermoorden en daarvoor een religie misbruiken. Olle weet niet wie of wat Charlie Hebdo is. Olle weet niet wat Je Suis Charlie betekent. Olle weet niet wat #killallmuslims inhoudt. Olle weet niets af van discriminatie, van racisme, van dat hij zwart is. En daarom ben ik jaloers. In wat voor wereld leven we dat ik jaloers ben geworden op een katje van tien maanden oud die niet snapt dat dat zwiepende ding in zijn ooghoek zijn eigen staart is?
Olle krult zich op, zucht en valt in een kalme diepe slaap. Ik niet. Ik kijk naar het plafond. Ik zie de beelden voor me. Van de agent die zijn blik opricht, zijn handen voor zijn gezicht. Het laatste wat hij heeft gezien: een masker met ogen die niet naar hem keken. En toen ging hij dood, toen werd hij vermoord.
Ik sliep nauwelijks in de nacht van Charlie. Er zijn twee redenen waarom Olles leven goed is. De eerste is onwetendheid, en dat zou ik niemand willen toewensen. De tweede is onvoorwaardelijke zorg en liefde. Als hij bang is voor de plant, laat ik hem zien dat dat de plant niets doet. Als hij honger heeft wordt hij gevoed, als hij moe is heeft-ie een veilige plaats om te slapen. En dat wens ik iedereen toe. De volgende dag zie ik mensen die samen de straat op gaan. De wereld om ons heen ziet er anders uit. Het duurt misschien even voordat ik me er weer thuis voel. Ik zie angst en tranen van lef. Ik hoor gesprekken met nuance en doorzettingsvermogen. Mijn ogen vullen zich met tranen en ik huil. De wereld blijkt een stukje mooier dan ik die nacht heb gedacht.