Dichten is gewoon dood, drugs en van dattum

In mijn tienerjaren was ik nogal een ambitieus ventje. Zo heb ik een keer meegedaan aan een talentenshow. En dan niet de versie van Endemol, waar je als aspirerend artiest wordt afgekraakt door een driekoppige jury, maar binnen de veilige en bekende grenzen van mijn middelbare school. Ieder jaar werd daar een krakerig houten podium getransformeerd tot een plek waar spanning, sensatie en overschat talent elkaar ontmoetten. Blokfluitsolo’s, dierenimitaties en dansuitvoeringen van vriendinnengroepjes passeerden de revue.

Ik las Mulisch, hij was een fan van Boudewijn de Groot, we voelden ons heel wat

Bij gebrek aan zulk spectaculair talent besloot ik om samen met een jeugdvriend een gedicht voor te dragen. Beiden hadden we een aardig gevoel voor tekst, ik las Mulisch, hij was een groot fan van Boudewijn de Groot, dus we voelden ons heel wat.
Er zijn als zestienjarig knulletje weinig dingen minder cool dan het voordragen van een zelfgeschreven gedicht. Het zou ons zeker duur komen te staan bij onze leeftijdsgenoten. Dus besloten we dat de inhoud van het gedicht een rebelse boodschap moest overdragen. We spraken van tevoren af dat we een aantal sleutelwoorden zouden verwerken: dood, drugs en van dattum, neuken dus. Want, zo vonden wij, als je over die dingen spreekt ben je nou eenmaal heel stoer. Dan weet je iets van het leven af. Dit leidde uiteindelijk tot pienter uitgedachte zinsconstructies.

Een verdraagzaamheid van vrijheid
als een vogel zonder vleugels
afgetrokken bij de grens
bij een kopje koffie

zonder suiker, ongeroerd
zonder lepel, niet geen ijzer
nee dat niet.

En toen volgden er meer.

Ik neem nog wat wijn om
mijn lijf te vergenoegen genoeg
is het nooit. Mijn hand of
jouw hand zinkt diep
onder een rokje.
Er klinkt protest.

Om tot slot onze ouders gerust te stellen.

Ja mam, geschoren, tanden gepoetst
maar morgen weer niet.
Ik bel, sms
of stuur je een brief.
Niet als ik
aangekomen ben
als ik vlieg
of incheck.
Nee mam
ik doe geen gekke dingen
ik vind niet zo snel iets een gek ding.

Tijdens het schrijven realiseerden we ons in toenemende mate dat het wel wat lef van ons zou vragen om deze zinnen met een luide stem te formuleren voor een volle zaal ouders, broertjes en zussen. Daarom besloten we om de act aan te kleden. Onze grande entree zouden we maken op de fiets, opdat men gelijk doorhad dat ze hier met een grappig duo te maken hadden.

Na afloop van de show waren de meningen in het publiek gelukkig verdeeld

Grote zonnebrillen zouden onze schuchtere ogen verbergen en een paar biertjes voor aanvang zouden de zenuwen in bedwang houden. Na afloop van onze show waren de meningen in het publiek verdeeld. Onze vrienden keken met grote trots, de meeste ouders met een afkeurende blik. Aan onze literaire inspanningen zal het wel niet hebben gelegen. Voor ons was er natuurlijk geen groter cadeau dan de afkeuring van de oudere generatie.

Of zoals het toen
zou hebben geklonken,
voor ons was er geen groter
cadeau dan afkeuring
van
de oudere generatie.