Met de nieuwe studiekeuzetest kunnen scholieren achterhalen welke Hanze-opleidingen bij hen passen. Vier studenten testten de test uit.
‘Een fietsband plakken’ en ‘bestuderen welk effect alcohol op je hersenen kan hebben’. Dat zijn twee van de 38 vragen van de nieuwe studiekeuzetest van de Hanze (de test is gemaakt door Evelyne Meens, lector Leren Floreren aan de Fontys Hogescholen). ‘Het is een goed onderbouwde test die vo- en mbo-studenten kan helpen bij de eerste stap in hun studiekeuze’, zegt studiekeuzeadviseur Paulien Smidt. Met deze test wil de Hanze voorkomen dat studenten de verkeerde studiekeuze maken. Maar komen studenten, die de keuze dus al hebben gemaakt, via deze test ook uit bij de opleiding die ze nu volgen? Vier Hanzestudenten testten het uit.
Het maken van de test
Bij de 38 vragen zijn bijpassende gifjes te zien. ‘In het eerste gifje zie je bijvoorbeeld een man een IKEA-bouwpakket in elkaar zetten,’ zegt laatstejaars Werktuigbouwkunde Iris (20). ‘Een leuke ondersteuning die de vragen nog duidelijker maken.’ Bij de vragen kun je aangeven hoe goed je denkt dat je erin bent en hoe interessant je de taak vindt. ‘Ik vond het fijn om deze twee opties in te vullen,’ zegt Social Work-student Robin (18). ‘Stel: je vindt iets heel interessant maar je kunt het niet, dan kun je dat verschil aangeven.’
Bij andere studenten zorgde dit onderscheid voor verwarring. ‘Soms vond ik iets niet leuk, maar ik dacht: ja, ik kan het wel. Ik vond het lastig om dat goed aan te geven’, zegt Verpleegkunde-student Thabita (20). Hetzelfde geldt voor Iris. ‘Ouderen helpen interesseert mij niet echt, maar ik kan het wel. Mensen helpen na een ongeluk kan ik niet, maar het interesseert me wel. Hier moet je eerst een opleiding of cursus voor doen voordat je het kunt.’
‘Ik vond de vragen wel makkelijk te beantwoorden’, zegt Werktuigbouwkunde-student Sam (26). ‘Ik weet goed wat ik kan en wat ik leuk vind, omdat ik aan het einde van mijn studie zit. Maar als je nog in de ontdekkende fase zit en je je afvraagt wat je eigenlijk leuk vindt, lijkt me dat lastig.’ Hier moeten studenten volgens Hanze-studieadviseur Paulien zelf een inschatting maken. De interessegebieden en vaardigheden tellen even zwaar voor de resultaten.
En, matchen de resultaten?
Na het beantwoorden van de vragen komen er twee persoonlijkheidstypes naar voren. ‘Die zijn gebaseerd op de persoonlijkheidstypes van John Lewis Holland: realistisch, intellectueel, conventioneel, artistiek, sociaal en ondernemend’, zegt Paulien. ‘Heel veel studie- en beroepskeuzetesten gaan terug op zijn theorie.’
Bij Robin komt vooral het conventionele naar voren. Ze houdt van systematiek en ordelijkheid en ze heeft een voorkeur voor duidelijke, goed omschreven en voorspelbare werkzaamheden die een precieze en systematische aanpak vereisen. ‘Hier kan ik me goed in vinden,’ zegt Robin. ‘Ook de interessegebieden kloppen. Er staat dat ik een voorkeur heb voor persoonlijk contact en dat ik goed met mensen zou kunnen omgaan op het gebied van onderwijs, coachen en verzorgen. Dus ja, dat past wel bij Sociaal Werk.’ Minder tevreden is Robin over de selectie aan opleidingen die ze bij haar resultaten te zien kreeg. ‘Ik kwam uit op bedrijfskunde. Wel gek, want op de middelbare school was ik helemaal niet goed in economie.’
‘Ik snap dat ze die opleidingen bij mij vinden passen, maar economie interesseert me gewoon niet zo’
Volgens de test is Iris realistisch en conventioneel. ‘Hierbij kreeg ik als opleidingsgebieden economie en bedrijf en informatica en techniek. Dat klopt wel met werktuigbouwkunde.’ Maar niets uit Iris’ resultaten is gerelateerd aan de zorg, terwijl ze daar erg in geïnteresseerd is. ‘Ik was altijd goed in economie, dus ik snap wel dat ze die opleidingen bij mij vinden passen, maar economie is niet iets wat me interesseert.’ Thabita herkent zichzelf in de resultaten. ‘Bij deze test had ik het gevoel dat het iets zei wat klopt. Bij andere testen is dit niet altijd zo.’ Bij haar kwamen sport, gezondheid, onderwijs, opvoeden, gedrag en maatschappij naar voren. ‘Ik was vooral sociaal en conventioneel.’ Maar niet alles was zoals ze verwachtte. ‘Ik scoorde lager op ondernemend, terwijl hier wel mijn interesse ligt.’
Sam en Iris kunnen weinig met de uitkomsten. ‘Ik denk dat ik een te breed aanbod aan studies kreeg’, zegt Sam. ‘Dat klopt ook, want je zit nog in de oriënterende fase van je studiekeuze. Je gaat van alle studies die er zijn naar interessegebieden en bijbehorende opleidingen zodat je een eerste stap kunt zetten. Bij mij kwamen bijna alle studies die er zijn er wel uit. Veel technische opleidingen en muziek- en kunststudies, dus dat klopt allemaal. Maar er kwamen ook studies uit die in de diepgang niet bij mijn passen.’ Iris betwijfelt of deze uitkomsten haar zouden hebben geholpen in de periode dat zij voor haar studiekeuze stond. ‘De Hanze heeft veel opleidingen en na de test krijg je dus ruim twintig opleidingen voor je neus.’
Verdere hulp
‘Ik had misschien wat meer persoonlijke hulp nodig gehad bij de studiekeuze, maar ik weet niet of die beschikbaar is’, zegt Iris. Jazeker, zegt Paulien. ‘Aan het einde van de test kun je op een oranje button klikken naar de pagina die je meer informatie geeft. Maar scholieren kunnen ook klikken op Hanze studiekeuzeadvies waarbij ze gratis een individueel adviesgesprek met ons kunnen aanvragen om verdere hulp te krijgen.’
