Doe het lekker zelf
Een tijdje terug heb ik voor ons huis fatsoenlijk internet geregeld. Best bijzonder dat ik daarvoor toestemming kreeg, want tot op dat moment bepaalde de huisbaas welk abonnement we hadden. Dat was een moment waarop ik me geen baas over mezelf voelde: ik betaalde de huur voor dat gekke internet, maar de huisbaas bepaalde wat ik kreeg.
De pakketbezorger leverde een verhuisdoos met elektronica af en ik begon te klussen en te klungelen. Al snel trok ik in paniek aan de bel van het help centre. Dit gaat mij echt niet lukken, was m’n hulpvraag (in dit geval kunnen we beter spreken van een hulpschreeuw). Het was opnieuw een moment waarop ik me totaal afhankelijk voelde.
We zijn bang voor zelfrijdende auto’s, maar niet voor auto’s, de angst zit hem in het zelfrijdende
‘Nee, meneer, ik raad u aan een installateur in dienst te nemen voor de omvang van dit pakket. En die is gratis! Morgen dan maar?’
Ik ging akkoord. En die monteur kwam ook nog eens keurig op de afgesproken tijd, wat ook niet zo heel vreemd was, want hij zou komen tussen twaalf uur ’s middags en zes uur ’s avonds. Zonder hem was het me nooit gelukt om de zaak te installeren. En alweer voelde ik me afhankelijk, totaal niet autonoom.
We zijn bang voor zelfrijdende auto’s. Niet voor auto’s, dus de angst zit hem in het zelfrijdende. Autonomie maakt menselijk, automaten maken afhankelijk.
Netflix bepaalt welke series goed zijn, Appie besluit wat je vanavond eet en facebook kiest je nieuwe vrienden. Er voltrekt zich een ware massa-donatie van autonomie. Iedere keer dat je om hulp vraagt, krijg je een bevestiging van het feit dat je het zelf niet kunt.
De monteur die mij móest helpen om de mediaboxen te installeren, was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik wil ertoe doen. Niet alles uit handen geven. Ik wil het gewoon zelf kunnen. Wanneer we het eng vinden om autonomie uit handen te geven aan een Tesla, waarom zouden we het dan wel fijn vinden om ons over te geven aan monteurs, bonuskaarten en Netflix-opties? Autonomie is een bestaansrecht. Geef ’t eens wat minder vaak weg, daar krijg je meer voor.