Ga naar de inhoud

Drugs op Koningsdag

Nu Koningsdag om de hoek loert, krijgt een bepaalde economie in het land een gigantische stimulans. Naast dat er honderden oranje plastieken fluthoedjes en -pruiken worden verkocht, en de bierfusten niet aan te slepen zijn, schuilt er een schaduweconomie in de kroegen, steegjes en straten van het land. Groningen is geen uitzondering. Sterker nog: door de grote hoeveelheid studenten die onze prachtige stad rijk is, draait de schaduweconomie overuren. Jazeker, ik heb het over de handel in verboden middelen, de drugshandel. Net zoals er erotiek en spanning schuilt in het bedekte, het nét niet naakt zijn, krijgt een verboden middel sjeu door zijn verboden status. Daarom vindt het  gretig aftrek onder studenten. De student die door de immens toegenomen populariteit van drugs zijn toevlucht moet nemen tot het illegale circuit.

Waarom genieten drugs toch zo’n ontzettend slechte reputatie?

Hier rijst de vraag waarom bepaalde middelen verboden zijn, en andere middelen niet. Kennisinstituut Jellinek maakt zich er gemakkelijk van af door te stellen dat alcohol geen harddrug is omdat de meeste drinkers er verstandig mee omgaan. XTC, speed en cocaïne verdienen de twijfelachtige naam harddrug wel. Natuurlijk is er iets voor te zeggen, maar Jellinek vergeet in alle haast te vermelden dat er ieder jaar 6100 mensen overlijden als gevolg van alcoholgebruik, terwijl er ieder jaar maar 200 drugsdoden vallen. Daar komt bij: als de verslavende werking en de risico’s voor de gezondheid criteria zijn voor de Opiumwet, waarom staan sigaretten dan niet met stip op nummer 1? Waarom genieten drugs dan toch zo’n ontzettend slechte reputatie?
Mijn gok is het campagnebeleid van Richard Nixon, voormalig president van de Verenigde Staten. In 1971 kondigde hij officieel de War on Drugs aan. Het startsein klonk vlak nadat twee congresleden een onderzoek publiceerden over het toenemende heroïnegebruik onder Amerikaanse soldaten. Tien tot vijftien procent van de troepen zou verslaafd zijn.

Ik heb regelmatig overwogen om me aan te sluiten bij het nobele dealersgilde

Nixons voormalig adviseur John Ehrlichman gaf in een interview in 1994 toe dat er wellicht een andere reden schuilde achter deze oorlog. In de jaren 70 had het kabinet van Nixon twee vijanden: linkse pacifisten en etnische minderheden. Ehrlichman: ‘We knew we couldn’t make it illegal to be either against the war or black, but by getting the public to associate the hippies with marijuana and blacks with heroin, and then criminalizing both heavily, we could disrupt those communities.’
Natuurlijk, drugs zijn gevaarlijk. Je kunt er gek van worden, jezelf of anderen verwonden onder invloed, en zelfs overlijden. Maar drugs zijn bij lange na niet zo gevaarlijk als dat er wordt beweerd. Door drugs te criminaliseren ontstaat er juist die schaduweconomie van geweld en afpersing. Juist omdat het verboden is, kan er bizar veel geld aan verdiend worden. Zó veel geld, dat ik regelmatig heb overwogen om me aan te sluiten bij het nobele dealersgilde. Maar zoals Willem Elsschot ooit eens zo mooi schreef: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.

 

Foto: Kazan