Een bindend advies
Of ik was blijven zitten, vroegen mijn ouders vlak voordat ik aan mijn vijfde jaar studeren begon. De opleiding duurde toch vier jaar? Ik legde ze uit dat het op de universiteit niet zo werkt. Dat ik nog een struikelvak open had staan uit het eerste jaar en vele punten miste uit de andere drie. Verder hebben mijn ouders zich weinig met mijn studie bemoeid. Ik was een eerste-generatiestudent, ze waren vooral erg trots.
Tegenwoordig zou ik al lang en breed van de opleiding zijn gestuurd. Toen moest ik simpelweg nog op gang komen
Toen ik ging studeren verloor ik me al snel in het studentenleven. Ik ging direct op kamers en bij vele commissies, zoals de redactie van het faculteitsblad, waarvoor ik docenten interviewde over hun studententijd. Mijn afsluitende vraag was altijd die naar een tip voor de huidige generatie. Eén van die tips heb ik immer onthouden: studie hoeft niet altijd op de eerste plek te staan. Je bent rond de twintig, je wordt heftig verliefd, je tante gaat dood, je gaat op in het verenigingsleven. Die dingen mogen even al je cognitieve ruimte innemen. Dit advies herhaal ik als studieloopbaanbegeleider regelmatig. Maar er is veel veranderd. Tegenwoordig zou ik al lang en breed van de opleiding zijn gestuurd. Toen moest ik simpelweg nog op gang komen. Uiteindelijk studeerde ik cum laude af en de universiteit maakt nog steeds goede sier met mijn scriptie.
Het probleem, lees student, wordt verplaatst naar een andere opleiding waar de student met nul punten opnieuw kan beginnen
Verheugd las ik begin dit collegejaar een persbericht van het ministerie van onderwijs: Van Engelshoven stelt paal en perk aan bindend studieadvies. Ik heb zelf bij OCW gewerkt en weet dat zo’n mededeling niet lichtzinnig tot stand komt. Een paar beleidsambtenaren, een directeur, een directeur-generaal en tenslotte de minister moeten er hun plasje over doen voordat het de wereld in gaat. Toch is er niets gekomen van Van Engelshovens krachtig verwoorde voornemen om het bindend studieadvies (bsa) flink te verlagen. Toen de minister Groningen bezocht, kreeg ik de kans haar ernaar te vragen. Tja, zei ze, de politieke realiteit is weerbarstiger dan haar overtuiging. Ze was nog steeds van mening dat het bsa in het hoger onderwijs vaak wordt ingezet als selectie na de poort. Het probleem, lees student, wordt verplaatst naar een andere opleiding waar de student met nul punten opnieuw kan beginnen. Zo is het. Jammer genoeg is een beleidsadvies van de minister in dit geval minder bindend dan dat van een examencommissie aan een eerstejaars met 47 punten.