Groene meuk en kaas
Huisgenoot en ik besloten lekker te koken. Het bleke herfstlicht verft Groningen grijs en de dagen wringen zich in elkaar vast als doorgekookte pastaslierten. De weerman spreekt van waterkou, en dus is het tijd voor comfort food. Omdat we ons in toenemende mate zorgen maken over de staat van onze gezondheid, veroordelen we onszelf tot groenten. De green mac ’n cheese van de Appie (niet te verwarren met de Big Mac ’n’ Cheese) valt binnen het profiel, want de schotel bevat spinazie. De bereidingsvideo maakt hongerig en trekt ons binnen enkele tellen over de streep.
‘Groene-pestokaas… toch maar even aan een meneertje vragen?’
In de winkel bekijken we het recept en gaan met een vinger op het boodschappenlijstje op zoek naar het eerste ingrediënt: groene-pestokaas. Nooit van gehoord. Na vijf minuten heen en weer lopen tussen kaasvitrine en pestoschap, concluderen we dat groene-pestokaas niet bestaat.
‘Toch maar even aan een meneertje vragen?’, oppert huisgenoot melig.
Voor ik antwoord kan geven is hij al om de hoek verdwenen. Ik steek mijn hoofd om het pestoschap en zie huisgenoot in gesprek met een medewerker. Zijn naambordje leest Tom, met een opzij gekantelde lachende smiley. Voordat huisgenoot z’n vraag kan afmaken, roept Tom: ‘Nee, hebben we niet! Omdat we een kleiner filiaal zijn is onze selectie minder uitgebreid dan u van ons gewend bent.’
Hij pauzeert terwijl we onze lach inhouden. Kort glijdt er een zweem van irritatie over zijn gezicht, maar hij herstelt zich en vervolgt vriendelijk: ‘We hebben kaas… en we hebben pesto. Daar kun je vast wel iets mee’.
Verdomd, ik vind de broccolirijst, goed verborgen tussen de spruiten en de taugé
Huisgenoot en ik rollen gierend van het lachen door de winkel. ‘Topidee, bedankt!’, roepen we. Volgende ingrediënt: broccolirijst. Verdorie alwéér zo’n ambigu ingrediënt dat is samengesteld uit twee producten, en waarvan de locatie in de winkel een compleet mysterie is. Zowel de groente-afdeling als het rijstschap laat ons in vertwijfeling achter.
Wijs geworden van de pesto-kaaservaring oppert hij om dan maar broccoli en rijst te kopen. ‘Kijken hoe ver we komen.’ Ondanks mijn plots ontwaakte bewondering voor zijn culinaire improvisatietalent zoek ik door en verdomd, ik vind broccolirijst, verscholen tussen de spruiten en zakjes taugé. Wie denkt er nou ook aan om tussen de spruiten en de taugé te zoeken? Wij in ieder geval niet.
Het laatste ingrediënt is panko. Gaar van rondjes lopen door een supermarkt spelen we vals en gaan online. ‘Een soort paneermeel dat in de Japanse keuken wordt gebruikt’, leest huisgenoot. Zucht. ‘Nou, dan maar gewoon ’t normale spul, toch?’ We kijken elkaar aan en knikken. Een dik half uur later zitten we met een dampende schaal comfort food en een glas wijn naast elkaar op de bank.
‘Toch gek, hè, dat broccolirijst eigenlijk niks met rijst te maken heeft, ‘t zijn gewoon hele kleine stukjes broccoli. Noem het dan broccolisnippers ofzo’, zegt huisgenoot. Ik brom instemmend.
‘Lekker is het wel’.
Nog meer gebrom.