Ga naar de inhoud

Halfnegen college

Mijn eerste fulltimebaan betrad ik met een fikse jetlag. Bonkende koppijn, das te strak, ogen op half zeven. Zou dit voortaan mijn leven zijn? Ik was ze weleens tegengekomen na het stappen, de cafeïnedrinkers, hond uitlatend, autoraam krabbend en kinderen naar crash brengend. Maar hoe dat voor dag en dauw opstaan zou voelen, kon ik mij als student niet voorstellen. Mijn biologische klok liep van noen tot een uur of vier ’s nachts. Na een paar jaar werken kan ik ondertussen het gevoel dat de wekker me dagelijks bezorgt, wel omschrijven: als een stuitend onrecht.

Eenmaal op Zernike heb ik het halfnegen-college wel geaccepteerd. Op een lelijke manier heeft het z’n schoonheid. Er hangt een gemoedelijke sfeer in de klas, alsof we allemaal verbaasd zijn dat we er toch maar weer mooi zitten. Blij dat niemand onder lijn 15 is gefietst. Dampende koffie op tafel. Versprekingen worden de docent makkelijk vergeven. Of ze worden simpelweg niet opgemerkt, tenslotte verschijnt er om de zoveel tijd een nieuw wetenschappelijk artikel dat claimt dat de hersenen van jongvolwassenen voor tienen nog op snooze staan.

Niemand staat te springen om tot half negen ’s avonds te worden ingepland

Wie ook moeite heeft met ochtendcolleges is Roger van Boxtel. De NS-topman lobbyt al weer even bij hogescholen voor een latere begintijd het onderwijs. Studenten moeten de spits uit. Mij had hij al bij hallo, maar of studenten er uiteindelijk blij mee zullen zijn, betwijfel ik. Tenslotte begint het Hanze-rooster zo vroeg omdat de hogeschool tien inplanbare uren in een dag wil hebben, dat levert vijfentwintig procent meer capaciteit aan onderwijsruimtes op, en niemand staat te springen om tot half negen (’s avonds) te worden ingepland.

Halfnegen-colleges zullen dus nog wel even blijven bestaan. Gelukkig vindt niet iedereen ze vervelend. Vorige week ontdekte ik in mijn klas een studente die geen les van mij had. ‘Ik had gehoord dat dit leuke colleges zijn’, vertelde ze. ‘Hoe laat moest je anders beginnen?’, vroeg ik verbaasd. ‘Half één.’ Zonder het te weten gaf ze me genoeg energie voor een heel blok voor zevenen uit m’n nest rollen.

Davey Schippers is docent op het Instituut voor Communicatie, Media & IT