Help, m’n zus heeft een baby
De harde wind draait de ooievaarsnek bijna om. Binnen hangt de ruimte vol met roze slingers. De woonkamer is gevuld met krakende kauwgeluiden, monden malen beschuit met muisjes. Kerst viel vroeg dit jaar, in november kreeg ik een kerstcadeautje in de vorm van een vier kilo zware melkslurper. Naast student en amateur-douchezangeres heb ik een nieuwe titel voor m’n naam: tante. Een titel waarop ik me negen maanden had voorbereid. Toch ben ik nerveus nu het zo ver is.
Eén keer was ik baby-sitter, het was de hele avond janken, de baby en ik
Onwennig sta ik over de wieg gebogen, kijkend naar het mormeltje dat erin ligt. Natuurlijke instincten laten me in de steek, de aandrang om het kind liefkozend op te pakken voel ik niet. Ik kan niet goed met kinderen en kinderen kunnen niet goed met mij. Als kindwezens in mijn buurt komen, probeer ik me meestal te verstoppen. Huisgenoten draag ik op om de deur te openen tijdens Sint-Maarten. Ik houd me schuil in mijn kamer, wachtend tot het horrorfeest voorbij is (11 november is de dag die enger is dan Halloween).
Ooit moest ik op een baby passen. De hele avond heb ik niks anders gehoord dan gejank. Ik zal eerlijk zijn, twintig procent van het gehuil was van mij. Ik was overtuigd dat ik dat huis zou verlaten met gehoorbeschadiging, zo intens ging het eraan toe. Tot negen maanden terug kon ik me niet voorstellen waarom je kinderen zou willen. Een leven met kwijlende en krijsende koters die al je vrije tijd, energie en geld opmaken. Nee, dank je.
Ik zal met een hoog stemmetje gaan praten en niet meer vloeken, ik word een slechte tante
Voorzichtig pakt mijn zus het kindje uit de wieg en overhandigt het aan mij. Onhandig neem ik de baby over en houd haar vast. Even ben ik bang dat ze wakker schrikt en het op een huilen zal zetten. Maar nee, ze blijft rustig liggen en af en toe gaapt ze. Liefkozend wrijf ik over haar bolle wangen. Ik zie mijn zus kijken naar haar kleintje. In de ruimte voel je alleen maar warmte. Toen ze haar zwangerschap aankondigde veranderde mijn negatieve perspectief op een leven met kinderen. Negatieve beelden zijn vervangen door mooie toekomsttoneeltjes waarin mijn nichtje fraaie rollen speelt.
Straks zal ik de vloekwoorden uit mijn zinnen filteren. Zal ik met hoog opgezette stem tegen haar praten. Ik ga haar ontvoeren voor dagjes dierentuin. Ga haar volproppen met toetjes en taartjes. Ik klink nu al als een slechte tante, maar ik kijk er ontzettend naar uit.