Ga naar de inhoud

Het aapje op m’n rug

Terugblikken op 2018 of een prognose geven van 2019, ik vind beide opties (excuse the language) kut. Om eerlijk te zijn: ik had december en januari graag in een diepe winterslaap doorgebracht.
De kerstboom verlicht de kamer. In de keuken worden oliebollen klaargezet die ik samen met familie ga verorberen, voordat we aftellen tot het nieuwe jaar. Een paar jaar geleden vond ik dit ultiem genieten: familie en vrienden, eten en gezelligheid. Dit jaar was het het engste wat ik me kon voorstellen. Alles overslaan, dat is waar ik naar verlangde. Maar diep van binnen zijn alle dingen die ik wil overslaan, ook de dingen die ik zo mis.

Er heerst nog steeds een taboe op zeggen dat je je permanent kut voelt

Het besef dat ik het afgelopen jaar niet kon genieten van lekker eten en van mensen om me heen, maakt me boos en verdrietig tegelijk omdat ik mezelf niet meer herken. Dat is ook de reden waarom een terugblik op 2018 niet het eerste is waar ik over wil praten. Maar de ervaring leert dat ik niet de enige ben. De Volkskrant sprak van een burn-outepidemie en de Trouw gaf een overheidsrecept tegen depressie: praat erover. Er heerst nog steeds een taboe op zeggen dat je je permanent kut voelt. Daarom pleit ik voor meer praten over wat er in ons hoofd omgaat, maar ook voor stilstaan bij de dingen die wel goed gaan in het leven.

Ik ben op zoek naar de uitgang van het zwarte gat

In een zwart gat verbergt zich namelijk altijd een lichtpunt. Eén van mijn lichtpunten is movements, een sport waarbij je met de raarste vormen van beweging oefent en experimenteert met expressiviteit, flexibiliteit en creativiteit. Het werkt als een soort therapie, door te focussen op lichaam en geest. Maar ook die ene keer dat het me wel is gelukt om te genieten van een immense bak popcorn in de bios samen met mijn vriend. Of toen ik besefte dat ik plezier had in het spelen van een spel, samen met mijn familie.
Ik ben dankbaar voor de lichtpunten die me een glimlach op mijn gezicht bezorgen, die me motiveren. Dat ik verder op zoek ga naar de uitgang van het zwarte gat, zodat ik mezelf kan terugvinden als ik het licht weer tegemoet ga.