Ga naar de inhoud

Het fietsenparadijs

De kou vecht zich een weg door de voering van mijn jas. Het is vroeg, te vroeg naar mijn idee. Terwijl mensen nog onder hun warme dekens liggen, ben ik op weg naar de Oude Boteringestraat. Een rij vormt zich achter het Forum. Een vreemd aanzicht zo vroeg op de morgen, althans zo lijkt het voor de onbekende. De kenner weet dat deze mensen wachten op de fietsverkoop. Ook ik neem plaats in de rij.

Na al die jaren was ik aan het aftandse barrel gehecht geraakt

Mijn fiets is overleden, hij is vier jaar geworden. Fietsen op die rammelbak was topsport. Eindeloos kon ik trappen, maar nooit kwam ik echt vooruit. Wekelijks brak er iets af. De trappers hingen er half aan en de losse remkabels zaten vastgeknoopt aan het stuur. Natuurlijk had ik de fiets al lang geleden moeten afdanken, maar soms gaan de dingen zoals ze gaan, zonder dat er een plan of doel aan te pas komt: na al die jaren was ik aan het barrel gehecht geraakt.
Vorige week bespeurde ik een nieuw mankement. Een scheur liep door het frame, ter hoogte van het achterwiel. De symfonie van rammelende kettingkast en piepende remmen werd aangevuld met het geluid van een krakend frame. Door de scheur slingerde het achterwiel gevaarlijk heen en weer. Mensen die me voorbij fietsten schonken me bezorgde blikken. Standvastig trapte ik door tot het bitterende einde. Dat kwam al snel, juist op het moment dat de symfonie spectaculair eindigde. Met een klap stortte het achterwiel in elkaar. Ineens zat ik op de grond… maar verbazingwekkend genoeg ook nog steeds op mijn zadel.

‘In Groningen is een fiets niet van jezelf, de stad is de ware eigenaar’

Terwijl ik de fiets van het pad sleepte, bekeek ik de schade. De spaken leken spaghettisliertjes, de binnenband piepte naar buiten, als darmen van een bruut opengereten beest. Repareren zou me een fortuin kosten. De oplossing was dus een nieuwe fiets, maar eigenlijk wil ik dat niet.
Koukleumend wacht ik tot de deuren van het fietsenparadijs opengaan. Met een meisje bespreek ik het topic fietsen. Ze zegt, licht filosofisch: ‘In Groningen voelt het alsof een fiets niet van jou is, de stad is de ware eigenaar.’
Misschien heeft ze gelijk. Ik had m’n oude afgedankte brik in een fietsenrek geduwd, straks wordt-ie opgehaald, opgeknapt en verkocht. Daarna wordt hij vast een keer gestolen en opnieuw doorverkocht. De fiets die ik nu zal kopen, zit ergens in dezelfde cyclus. Zo blijft het doorgaan, telkens weer een andere eigenaar, alleen de stad blijft hetzelfde. De fiets die ik met pijn in mijn hart achterliet… was hij eigenlijk nooit echt van mij? Dezelfde dag nog neem ik een kijkje bij het oude barrel dat erbij staat in al z’n vergane glorie. Ik stop de sleutel in het fietsslot, dat reageert met een vrolijk klikje. Ik heb de fiets teruggeven aan de rechtmatige eigenaar, Groningen.