Hl fn krstdgn n n hrtstkk glkkg nwjr!
Aan het einde van het jaar ben ik altijd naarstig op zoek naar belangrijke woorden. Woorden die wegen. Woorden die een verschil kunnen maken voor een ander. Woorden die kunnen duiden dat ik van iemand houd, dat hij-schuinestreep-zij belangrijk voor me is. En ook elk jaar komt er dat moment dat ik denk: shit, heb ik me er toch weer in laten luizen. Want ik wil eigenlijk helemaal niet bezig zijn met de grote gebaren van het einde van het jaar. Ik wil me daarmee niet beperken tot de maand december, denk ik dan. Maar op één of andere manier kunnen dergelijke gebaren niet altijd op de voorgrond zijn, dus dan maar in december. Want dan zijn er toch al familiefeesten en is het koud. En dan is het makkelijker. Makkelijker om op een kerstkaartje te zetten: ik vind jou best wel keigaaf. Dus dan komt toch die zoektocht. De zoektocht naar de grote woorden. Want als je het dan zegt, wil je het wel goed zeggen.
Ik word gewoon een beetje een weekdier van altijd die lichtjes in de stad. De knulligheid van al die etalages met glitterende decoratie. De kouwe drukte over twee verwisselde stadskerstbomen. En ondanks dat ik dat allemaal weet, dat het allemaal onzin is, dat we dat allemaal zelf geconstrueerd hebben en dat ik me gewoon laat beïnvloeden door de commercie, dat parfum niet de ware liefde belichaamt enzo. Ondanks dat alles ga ik er toch in mee. In de meeslependheid van grote decembergebaren.
Om het dan goed te maken zeg ik tegen mezelf: ik doe mee, maar ik weet dat het onzin is. En dan voel ik me toch wel eventjes rebel, dat ik wel een weekdier ben maar dan wel een slakje. Want ik heb een stevig schild waarin ik me kan terugtrekken en daar weet ik wel dat ik niet naar grote woorden moet gaan zoeken. Er wordt gezegd dat een slak zich terugtrekt in zijn huisje wanneer hij bang is. Hoe weten we dit zo zeker? Misschien doet-ie het wel omdat-ie gewoon even rust wil. Of omdat hij de knotsgekke buitenwereld even wil laten voor wat-ie is.
De grote woorden die ik zou willen vinden zijn de woorden die je niet terugvindt in die etalages of reclames. Geen eindejaarsleuzen, geen uitgeholde kreten.
Uiteindelijk vind ik ze dus nooit, die woorden. En dan stuur ik mensen gewoon een klein kerstkaartje, geen grote belangrijke teksten, gewoon lekker standaard: fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar. Dat vind ik dan wel goed. Want ik heb gezocht, naar grote echte woorden, maar ik heb ze niet gevonden. Want ze zijn zo verdomde moeilijk te vinden als je een weekdier bent.