Heeft de Hanze behoefte aan een andere organisatiecultuur?
Meer aandacht voor de mens, minder windowdressing. Meer contact met docenten en studenten, minder hiërarchie. De Hanze is toe aan een andere organisatiecultuur, daarover zijn HMR en CvB het wel zo’n beetje eens.
‘De lat altijd hoog leggen, dat zit in de genen van de tent.’ Dick Pouwels kreeg in het overleg met de hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR) op 29 maart ruim de tijd om zijn eerste indrukken van de Hanze te beschrijven. Die zijn, zoals van een nieuwe voorzitter van het College van Bestuur (CvB) valt te verwachten, overwegend positief. ‘Een mooie hogeschool, een mooie cultuur en mooie bouwstenen.’
Toch ziet Pouwels, die met mede-bestuurders Petra Smeets en Annemarie Hannink een voorjaarsronde langs de organisatie-onderdelen maakt, inmiddels al enige ontwikkelpunten.
CvB-voorzitter Pouwels: ‘Aan het eind van volgend studiejaar, moet er een fitte organisatie staan’
Zo zal Pouwels’ CvB de voelhorens nadrukkelijk richten op wat er gebeurt in de opleidingen en de teams.
‘Het idee van de beleefde kleinschaligheid spreekt me enorm aan. Ik vind dat het CvB daar goed zicht op moet hebben. We willen weten waar het piept, waar het kraakt en waar de zon schijnt.’
Het tweede ontwikkelpunt is wat Pouwels de fitheid van de organisatie noemt.
‘Aan het eind van volgend studiejaar moet er een fitte organisatie staan. Een organisatie die capabel is, maar het Engelse capable drukt beter uit wat ik bedoel. Een organisatie met geledingen die zelf in staat zijn om om te gaan met allerlei ontwikkelingen, die niet wachten op aanwijzingen en ingrepen van bovenaf.’
Pouwels: ‘Als de organisatie fit is, komt het wel goed met die prestaties’
En het derde ontwikkelpunt is die hoge lat, de prestatiedruk die de organisatiecultuur van de Hanze kenmerkt.
‘Het zijn ingesleten gewoontes, zo doen we dat binnen de Hanze. Zoiets kun je niet zomaar veranderen, dat zal zeker enige tijd vergen. Wanneer de organisatie fit is, komt het wel goed met die prestaties. Hoe dan ook moet de mens centraal staan.’
Davey Schippers (OPL): ‘Sommige managers zien docenten en studenten met een mening als vervelende obstakels’
De HMR herkent veel in Pouwels analyse. Docent Davey Schippers (van de fractie OPL-De Realisten) is zeer te spreken over het CvB-streven om het oor vaker te luisteren te leggen bij docenten en studenten.
‘Als je de pech hebt dat de teamleider en de dean uit hetzelfde hout zijn gesneden, komt je niet ver met kritiek en ideeën over hoe het beter kan. Niet als docent en niet als student. Ik heb zoveel uitstekende collega’s zien omvallen. Sommige managers zien docenten en studenten met een mening eerder als vervelende obstakels. Niet als mensen die het onderwijs beter willen maken.’
Henk Boer (AOb): ‘Dat het CvB naar andere mensen dan de deans wil luisteren, juich ik enorm toe’
Ook Henk Boer (AOb-FNV) maakt van zijn hart geen moordkuil.
‘In de huidige situatie zijn de deans de belangrijkste informatiebronnen van het CvB. Daarmee loopt het CvB het risico dat de deans aan windowdressing gaan doen. Sommige deans zijn bedreven in het in de kiem smoren van afwijkende geluiden. Dan fluisteren ze kandidaten voor een medezeggenschapsraad bijvoorbeeld in dat dat ‘slecht voor hun carrière’ is. Deans zijn belangrijke gesprekspartners, maar dat het CvB ook naar anderen wil luisteren, juich ik enorm toe.’
Arnold Greidanus (ex-OPL): ‘Laten we een pas op de plaats maken, een beetje piano, piano’
Arnold Greidanus (die zich heeft afgescheiden van de OPL-realisten) vindt het prettig dat het CvB de prestatiedruk hoog op de agenda zet.
‘In 2017 verscheen een nota van Human Resources, Met Lef Ontwikkelen. Die nota concludeerde ook al dat er dringend behoefte was aan een pas op de plaats. Nu constateert u hetzelfde. Kennelijk is die druk om te presteren heel moeilijk om te buigen, met nare gevolgen voor het personeel. Laten we een frisse start maken, even een pas op de plaats. Een beetje piano, piano. Laten we de tijd nemen om onze ambities te ordenen.’
Student Danny Kolthof (Lijst STERK) vraagt aandacht voor de betrokkenheid van studenten.
‘Henk Boer had het over docenten die werden ontmoedigd om in een MR te gaan zitten. Voeg de studenten daar maar aan toe. Je moet je goed afvragen of je dat wel kunt combineren met je studie, krijgt zo’n student dan te horen. Terwijl ze studenten juist zouden moeten aanmoedigen om mee te denken over het beleid.’
Foto (fragment): Patrick Fore