Hoe word ik een topcoach?
Leedvermaak is het makkelijkste vermaak. Uitzwaaiclowns René van der Gijp en Johan Derksen, de alfa-apen van de afzeik-tv, zijn lekker te keer gegaan over hoe slecht bondscoach Danny Blind het wel niet deed. Heerlijk. Oké, het was dramatisch en het was erg en vreselijk, maar om daar dan weer anderhalf uur over los te gaan? Voetbal Inside heeft hoge kijkcijfers, maar ik snap niet goed waarom. Wat is de meerwaarde van negentig minuten ellende met voice-overs over negentig minuten ellende? Wat kan een coach daaraan doen? Als je het mij vraagt staan de verantwoordelijken voor het slechte spel op het veld. En ik kan er over meepraten, want ik heb gevoetbald, of iets gedaan wat daar in de verte op leek.
De eerste helft is gespeeld, ons concept staat als een huis, als een kaartenhuis
Als coach heb ik inmiddels ook enige sporen verdiend. Ik ben momenteel zelfs de teamleider van ons project. Talloos veel taken liggen op m’n schouders. De communicatie met de coaches, het halen van deadlines en delegeren. Het voelt alsof ik van brons met boerenverstand weer koper en tin moet maken. Alles moet kloppen, het komt aan op Fingerspitzengefühl en finetuning, want ik bent de hoofdslagader van het project, de aorta. Echt waar, de verantwoordelijkheid drukt zwaar.
De eerste helft is gespeeld, ons concept staat als een huis. Als een kaartenhuis. Ik benut de pauze om het team aan te spreken, moed in te praten en te begeesteren. Ik wil de gemoederen klaarstomen voor de tweede 45 minuten. Nee, de tussenstand is niet hopeloos. Ja, we kúnnen het. Als we maar willen, de overwinning is nabij, in de eindscore zal onze glorie helder doorschijnen.
En nu ik mijn team zo hartstochtelijk aanmoedig, voel ik me blind, Blind
Voor deze peptalk heb ik een onmenselijke dosis spreekvaardigheid nodig. Ik wil in alle teamleden het gevoel van intense persoonlijke betrokkenheid aansteken. Ik toon een buitenaardse dosis slagvaardigheid, die nodig is om bergen werk te verzetten, om zoden aan de dijk te zetten. Ondertussen spreek ik nog een dosis leervaardigheid aan om zelf al de dingen op te steken die mijn team zullen helpen bij het winnen van deze wedstrijd.
En nu ik mijn team zo hartstochtelijk aanmoedig, voel ik me blind, Blind. Want ik kan helemaal niet zien wat er gaat komen, ik kan niet voorspellen waar de knelpunten zullen zitten.
Ik weet niets. Ja, we hebben nog één helft te spelen. De uitslag zal bepalen of mijn team de punten pakt die nodig zijn om dit seizoen te doorstaan. En dan kan ik alleen maar hopen dat er geen stuurlui staan op de zoden die ik net aan de wal heb gelegd, de grommende kapiteins die een Facebookpagina hebben ingericht om me m’n falen nog eens extra in te wrijven.