Ik twijfel, dus ik ben (positief?)
‘Niet twijfelen, gewoon doen.’ Waarom mogen we niet twijfelen? Wanneer hebben we dat in een verdomhoekje gestopt? Waarom heeft het een negatieve bijsmaak? Is de twijfel niet hetzelfde als overdenken?
Wanneer ik een presentatie ga houden, twijfel ik. Zit het wel goed in elkaar? Zeg ik wat ik wil zeggen? Bereik ik op deze manier wat ik wil bereiken?
Wat is daar mis mee? Oké, wanneer de twijfel je verlamt, je in de weg zit, je niet meer kunt doen wat je wilt doen… Ja, dán, dan lijkt twijfelen inderdaad zijn donkere kant te hebben.
Ik besloot: twijfelen is m’n kwaliteit en ja, maar m’n credo
En dan blijkt er een duidelijk verschil te zijn tussen twijfelen aan jezelf (wat, wat, waar, waarom ben ik?) en twijfelen aan hetgeen wat je doet. Het eerste neigt naar een existentialistische crisis en kan zowel positief als negatief uitpakken.
Het tweede twijfelen, het twijfelen aan wat je doet, is het beste te bestempelen als positief.
Wanneer je twijfelt aan iets wat je doet, betekent dat:
1 Dat het belangrijk voor je is.
2 Dat je het goed wilt doen.
3 Dat je iets weloverwogen wilt doen.
Nadenken over, twijfelen aan, is dus iets positiefs.
Toen ik gisteren de mensen de zaal zag binnendruppelen, twijfelde ik. Maar ik realiseerde me ook dat ertegen vechten averechts werkt. Dus ik besloot: twijfelen is mijn kwaliteit. En ja, maar… het credo. Het zorgt voor scherpte, focus en gaat arrogantie tegen. Twijfelen betekent niet dat er iets mis is. Dat er iets verkeerd gaat. Twijfelen geeft je die extra stoot adrenaline. Twijfelen is een kwaliteit. En eentje die we niet gedachteloos in de hoek moeten zetten. Dus vooral wél twijfelen en dan doen.