In between phones
Een writer’s block, ja, jij kunt je dat permitteren. Het is de aanval van een obese man, in zijn linker een stevig omklemde schaal met hapjes, in zijn rechter een glas wijn. Hij kijkt beschuldigend naar een jonge vrouw, die nonchalant op een statafel probeert te leunen. (Iedereen die het heeft geprobeerd weet: het is niet bijzonder comfortabel om op een statafel te leunen.)
Een drama: digitaal afgesloten van het contact met vrienden, familie, projectgenoten, de buitenwereld
De Zeurkalender verrast me iedere dag, iedere keer weer een scheutje ironie in m’n ochtendroutine. Bij halte toilet scheur ik een blaadje af en zie hoe nieuwe slecht getekende karikaturen een klein toneelspel opvoeren. Het scenario van de dikke snauwende man herken ik, voor een writer’s block moet je tijd hebben. Het is de luxe van niet weten wat te vertellen, van graaien naar onderwerpen, van onthaasten, maar vooral van tijd voor jezelf. Toen mijn telefoon deze week na een lange doodstrijd de geest gaf, ontdekte ik hoe belangrijk tijd voor jezelf is. De lieve schat heeft me goed gediend. In deze ongewisse in-between-phones-periode is niets meer een zekerheid. Digitaal afgesloten van het contact met vrienden, familie, projectgenoten: de buitenwereld. Geen mailtjes, nieuwsberichten of grappige plaatjes.
Het grootste gemis: Google, overal en altijd. Als ik een discussie wil winnen door mijn statements te staven met feiten, duurt het minstens vijf minuten voordat m’n laptop aan de praat is. Het is een drama. Althans, dat was het, want na een dag of drie begon het te wennen. De informatiebehoefte werd minder, afkickverschijnselen namen af.
Schoolbank, bus, trein, kroeg, kerk en bioscoop, geen enkele plek is mobielvrij, het is geaccepteerd en verslavend
Nietsvermoedend en ongemerkt ben ik ten prooi gevallen aan infobesitas, een welvaartsziekte die (nog) te weinig erkend wordt. Zo heb ik vrienden die tijdens een avondje uit liever met hun duimen op een scherm tikken dan dat ze naar mijn interessante verhalen luisteren. Desinteresse? Niet eens, het is onderdeel van onze cultuur geworden. De schoolbanken, het openbaar vervoer, kroeg, kerk en bioscoop, geen enkele plek is echt mobielvrij. Het is geaccepteerd en het is verslavend. Waar men vroeger misschien nog tijdens het wachten op de bus uit verveling een praatje maakte, is er nu een virtueel alternatief. Want als er één ding is waar we met z’n allen niet tegen kunnen is het wel het niets doen. Bomaanslagen in Turkije, oorlog in Syrië, Rusland breidt haar imperialistische macht uit, een vluchtelingenprobleem dat de spuigaten uitloopt. Ik wil het allemaal volgen en vind het allemaal interessant. Maar ik kan niks doen. Wereldproblematiek is ongetwijfeld erg belangrijk, maar nu ik er minder mee word geconfronteerd is de afstand van Syrië tot mijn bed opeens een stuk groter.
De kloof tussen waar ik me mee bezighoudt en waar ik me mee bezig zou moeten houden, groeit in deze telefoonloze periode langzaam dicht. Ik heb meer tijd voor mezelf en ik kan me zonder zorgen een writer’s block permitteren. Ik vind het bijna jammer dat mijn nieuwe toestel volgende week op de mat ligt. Bijna.