Jaromir deed zonder podiumervaring mee aan cabaretfestival
De 21-jarige Jaromir Palthe had nauwelijks podiumervaring toen hij het schopte tot de halve finale van het Groninger Studenten Cabaret Festival. Nu hij weet hoe het voelt, wil de derdejaars International Communication veel vaker de planken op.
Hoe kwam je op het idee om mee te doen?
‘Na de vorige editie kwam ik via sociale media met het festival in aanraking. Er waren drie auditiedagen, waarvan één in het USVA-gebouw. Vier mensen beoordeelden je show en er stond ook nog iemand met een camera bij. Ik kreeg zo’n beetje een X-factor-gevoel. Je mocht tien minuten spelen. Ik had paar keer geoefend voor een stel vrienden. Meer niet.’
Hoe reageerde de jury?
‘Over het algemeen positief, ze gaven duidelijk de plussen en minnen aan. De andere halve-finalisten met wie ik naar optredens ging hadden meer ervaring. Sommige deelnemers treden al paar jaar op. Teun van den Elzen, de later winnaar, had al een basis. Volgens mij heeft hij nog het meest gewerkt aan de rode draad door zijn show. De meeste grappen had hij al. Ik begon letterlijk met een blanco vel papier.’
Was er na-ijver tussen de halve finalisten?
‘Ha, ha, zou je denken, misschien. Nee, integendeel. We stimuleerden elkaar heel erg en leerden van elkaar. De regisseuse, Audrey Bolder, heeft me ontzettend goed geholpen. Zij zei ook dat we alle zes op een andere manier aangepakt moesten worden, iedereen heeft zijn eigen stijl en werkwijze. Steeds kwamen we een stapje hoger. Bolder ging net zo lang door totdat er zes finalewaardige acts op het podium kwamen te staan. Vervolgens was het pieken en vlammen.’
Wat moest jij bijleren van Audrey Bolder?
‘Alles! Ik was in het begin te uitleggerig, de grapdichtheid was te laag. Ik schaatste op het podium, zei ze, ik had te weinig contact met de zaal, stond vaak niet recht met m’n benen. Dingen waar ik zelf nooit aan zou denken. Inmiddels let ik er wel op. Op een gegeven moment was de tekst goed. Maar hoe konden we het optreden nog beter maken? Veel repeteren en spelen. Ik wil de komende paar jaar uittrekken om m’n niveau op te krikken. En als het niet lukt om het grote podium te halen, kan ik altijd nog besluiten om op te treden voor een extra zakcentje.’
Wie zijn je voorbeelden?
‘Ik kijk echt alles momenteel. Mijn favoriet is Ronald Goedemondt. Het lijkt soms nergens op te slaan, maar hij brengt het op zo’n manier dat iedereen zich erin herkent. Bert Visscher, daar ging ik als kind als heen, samen met mijn moeder die een echte fan is. Eddie Murphy en Harrie Jekkers. Maar ook Ab Normaal vind ik leuk, het moppenkonijn. Slaat nergens op, maar kan ik wel van genieten. Ken je dat niet? Jekkers waardeer ik ook, misschien wel omdat we allebei uit Den Haag komen. Ik maak ook stukjes in het Haags. Met de oude garde heb ik wat minder. Als je veertig jaar op het podium hebt gestaan, heb je het wel gehad. Maar misschien spreek ik meer voor mezelf. Hoewel, zelfs als beginneling kan ik me voorstellen dat je niet meer zonder optreden kunt.’
Jacques d’Ancona, godfather der recensenten, noemde het festival ‘luchtig vermaak’.
‘Hij vond de cabaretiers weinig betrokken. Daar kan ik me wel in vinden. En dit jaar was er natuurlijk geen Henk Overdijk (ex-student Sociale Studies, red,) die er met alle prijzen vandoor ging. Maar als ik de mensen van de jury en techniek mag geloven was het niveau dit jaar best hoog. Bovendien kan ik het zelf niet vergelijken met vorige jaren. Ik zag zes ijzersterke acts.’
Heb je veel reacties gehad op je optreden?
‘OOG-televisie wilde een interview afnemen, maar op dat moment zat ik bij mijn ouders in Zwolle. Na het festival heb ik wel een hoop leuke reacties gehad.’
Hoe kijk je nu terug op je optreden?
‘Ik baal ervan dat ik de finale niet heb gehaald. Vooral omdat het toch een soort thuiswedstrijd was. Ik studeer in Groningen en er waren veel mensen die speciaal voor mij kwamen. In de halve finale ging ik ook wat te snel. Je krijgt 25 minuten om te vlammen, maar ik was na 21 minuten en dertig seconden klaar. In de zaal zag mijn vader aan mijn lichaamstaal al dat het net niet was. Bovendien, ik stond in de halve finale met twee geweldige acts. Teun van den Elzen en het muzikale trio EMMA, die sleepten alle prijzen in de wacht. Ik vond het wel mooi dat ik met hen op één avond heb mogen spelen. Ik had mijn show ‘de harde realiteit’ genoemd om het verschil tussen verwachtingen en de werkelijkheid weer te geven. Met de kennis van nu klopt dat helemaal. Zul je altijd zien.’
Wat zijn je verdere plannen?
‘Ik ga toevallig vanmiddag naar het Oude Luxor Theater in Rotterdam om te kijken naar de kwartfinale van het Cameretten Festival. Ik absorbeer momenteel alles op cabaretgebied, als een spons. Op 17 januari speel ik in Arnhem en een dag later in Amsterdam. Verder probeer ik zo veel mogelijk optredens te regelen. Over een paar jaar wil ik op het Leids Cabaretfestival staan, of op Cameretten. Dan doe ik de studie ik wel een poosje op een lager pitje. Maar eerst maar eens heel veel ervaring op doen. The sky is the limit.’