Jeukzorg
Dit voorjaar kwam ik tot een schokkende ontdekking. Tussen al het lentegenot van mooi weer en biertjes in het Noorderplantsoen was ik aan de lopende band mijn neus aan het ophalen. Een cocaïneverslaving was uitgesloten. Zelfs als ik verslaafd zou willen zijn, zou ik het niet kunnen betalen. De oorzaak leek dichter bij huis te liggen. Mijn moeder wist me meteen te vertellen dat dit een typisch gevalletje hooikoorts was, en dat ik maar snel naar de huisarts moest gaan. Zo gezegd, zo gedaan. De huisarts wist het bijna helemaal zeker: een allergie.
De ‘enkele tientjes’ van de huisarts bleken meer dan honderd euro
Om het waterdicht te krijgen, kon ik voor enkele tientjes mijn bloed laten prikken. Blind vertrouwend op de dokter, liet ik wat bloed afnemen en wachtte op de uitslag.
Huisstofmijt, dus. Een allergie voor de stront van kleine, smerige spinachtige wezens. Maar ik bleek nóg een allergie te hebben, een allergie waar ik nog nooit iets van had gemerkt. Dat het slecht ging met de zorg in Nederland had ik weleens gelezen en gehoord, maar dat het zo erg jeukt, wist ik niet. De ‘enkele tientjes’ van de huisdokter bleken meer dan honderd euro. Misschien was het een Babylonische spraakverwarring en ziet de dokter tien tientjes nog steeds als een paar. Voor mij zijn een paar tientjes twintig, dertig, maar zeker niet meer dan veertig euro.
Natuurlijk ben ik hier niet voor verzekerd, ik heb de goedkoopste verzekering, want ik heb nóóit wat
Natuurlijk ben ik hier niet voor verzekerd. Ik heb de goedkoopste verzekering, want ik heb nóóit wat. Ik las de rekening dan ook met ‘enkele’ scheldwoorden voor de zorgverzekering, het ziekenhuis en de huisartsenpost. Ik wist ook dat protesteren een strijd tegen de bierkaai zou zijn waarin ik zou verdrinken in een stroom van leugens. Het enige wat ik kon doen, is mijn allergie erkennen en elke week de lakens wassen. Gelukkig is mijn huur inclusief gas, water en licht.