Ga naar de inhoud
Verkiezingen hanze-kandidaat

Komt er nog iemand van de Hanze in de Tweede Kamer? Ja, hoor, Fenna

Fenna Feenstra maakt kans op een zetel in de Tweede Kamer. Hoewel, zeventiende op de lijst van de SP… dat wordt lastig. Geen probleem, ook in Groningen en op de Hanze is genoeg om voor te knokken.

‘Ik wil juist hoop bieden’, roept ze net voordat ze de beeldverbinding verbreekt. Fenna Feenstra is nummer 17 op de kandidatenlijst van de Socialistische Partij voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Ze is voorzitter van de medezeggenschapsraad van de Hanzehogeschool, tijdelijk huurder van een woning in Selwerd, Fries van wortels, noorderling in het algemeen, bèta, vegetariër, activist, nog veel meer en ook nog eens docent.

‘Ik was een gelukje. Mijn moeder gaf les op de basisschool, mijn vader op de middelbare. Een echt onderwijsgezin, dus. Lesgeven zit me in het bloed. Laatst moest ik aangeven welk cijfer ik mijn werk gaf. Bijna zonder nadenken vulde ik een negen in. Ik geef Data Science op het Instituut voor Life Science & Technology. Data Science is de combinatie van wiskunde, programmeren en toegepaste statistiek waarmee je zinvolle informatie uit data kunt halen. Een vak met toekomst.

Schimmelwoningen in Groningen, dat mensen zó moeten wonen, daar kan ik echt enorm boos om worden

‘Ik weet niet precies waar we staan in de peilingen, maar zeventien zetels voor de SP, dat wordt lastig. Ik zit op de reservebank. Dat vind ik prima. Je kunt je op allerlei plekken nuttig maken, daar gaat het om. Als ik in de Kamer kom, zal ik, zeker weten, niet verhuizen. In Den Haag hoef je maar drie dagen per week te zijn, dan hou ik gelukkig vier dagen Groningen over. Ik hou van de noordelijke nuchterheid en de wijde blik.

‘SP-leden zitten niet voor zichzelf in Den Haag, maar voor de mensen die ze vertegenwoordigen. Dan moet je weten waar die mensen tegenaan lopen. Ook al een goede reden om in Groningen te blijven wonen. Je moet bij ze langsgaan, huis aan huis. Zo zijn we ook tegen die schimmelwoningen aangelopen. Dat mensen zo moeten wonen, daar kan ik echt enorm boos om worden. Dat kan anders en dat moet anders.

Als het aan de SP ligt voeren we de woonplicht in: wie een woning bezit, moet erin wonen

‘De stad Groningen sluit flats aan op het Warmtenet. Goed idee, blokverwarming. Maar het is natuurlijk een nog beter idee om die flats eerst te isoleren. Daar hád de gemeente zelf achter kunnen komen als ze hun oor bij de bewoners te luisteren had gelegd. Dat is typisch SP, wij vingen de geluiden wel op en zetten het thema precies daar waar het hoort te staan: prominent op de agenda van de gemeente.

‘De overheid heeft de plicht om burgers van goede en gezonde woningen te voorzien. Even kijken… Ja, het staat in het verkiezingsprogramma. Als het aan de SP ligt voeren we de woonplicht in. Wie een woning bezit, moet erin wonen. Hoe de pandjesprins dat gaat doen, weet ik niet, maar woningen zijn om in te wonen, niet om geld mee te verdienen.

Je kunt het milieu niet aan de markt overlaten en de zorg, wonen en onderwijs ook niet

‘De liberale gedachte heeft decennialang gedomineerd. Minder overheid en meer markt. Gelukkig ziet een groeiend aantal mensen in dat dat de verkeerde weg is. Marktwerking is vaak juist funest voor mens en milieu. Ik wil een fundamenteel andere politiek, een politiek waarin welzijn en milieu de nieuwe maatstaven zijn.

‘Sommige voorzieningen moeten openbaar zijn. Je kunt het milieu niet aan de markt overlaten. En de zorg, wonen en onderwijs ook niet. Op die terreinen moet overheden veel meer de regie nemen en de stem van burgers vertolken. Burgers moeten weer zeggenschap krijgen over dat wat van ons allemaal is. Je ziet het terug in de arbeidsomstandigheden in de zorg en de postbedrijven. Die zijn aantoonbaar verslechterd.

‘Democratisering is de oplossing voor veel maatschappelijke problemen. Laat de mensen meedenken. Werknemers hebben veel meer oog voor het voortbestaan van een bedrijf dan aandeelhouders.

Om iets gedaan te krijgen moet je je organiseren, in de buurt, op het werk, overal

‘De mogelijkheden zijn er, we mogen meedenken, we hebben inspraak. Het is zaak om die kansen te benutten. Je kunt dingen veranderen. Pak de macht, dat was eens de SP-leus. Dat leek op Grijp de macht, en sommige mensen dachten ook dat het een oproep tot een staatsgreep was. Maar ook toen al was de boodschap: je hebt mogelijkheden, gebruik ze.

‘Om iets gedaan te krijgen moet je je organiseren. In de buurt, op het werk, in de politiek, overal. Samen krijg je altijd meer voor elkaar dan in je eentje. Ik zit in de HMR omdat ik de bestuurders wil laten weten hoe werknemers en studenten tegen het beleid aankijken. Hoe ik weet wat die denken? Ik luister, ik praat en ik vraag. Dat is trouwens best lastig tijdens een lockdown. Ik mis die input.

In CvB-besluiten moeten de opvattingen van studenten en medewerkers doorklinken

‘Het College van Bestuur heeft de HMR een thuiswerkregeling voorgelegd. Prima, mensen maken thuis nu eenmaal extra kosten. Koffie, thee, toiletpapier, je snapt het. Eén euro vijftig per dag, stond er in het voorstel, dat bedrag paste goed in de fiscale regelingen. Nou, reageerden we, dat is gedacht vanuit het systeem, niet vanuit wat rechtvaardig is voor de werknemers. Ons pijnpuntje: het Nibud schat dergelijke kosten op twee euro per dag. Dat bedrag zal uiteindelijk in de regeling komen te staan.

‘In besluiten van het College van Bestuur moeten de opvattingen van studenten en medewerkers doorklinken. Dat is mijn doel. Zo kijken we naar de CvB-voorstellen en -voornemens. Voor die thuiswerkvergoeding moeten werknemers bijvoorbeeld laten registreren op welke dagen ze reizen en op welke niet. Dat is een heel gedoe, kan het niet wat simpeler? Oké, daar kijkt het College nu naar. Net als naar de internetvergoedingsregeling. Jazeker, die bestaat, maar medewerkers moeten die vergoeding zelf aanvragen. Waarom? Bekijk zoiets nou vanuit de werknemers, raadden wij het college aan.

Het Hanze-dna is leren, dat zie ik overal, ook bij het CvB en de stafdirecteuren

‘Het Hanze-dna is leren. Dat zie ik overal, ook bij het CvB en de stafdirecteuren. De beste plannen zijn de plannen waarbij de medewerkers en studenten in een vroeg stadium zijn betrokken. Noem het de engaged university van binnenuit.

‘In de maatschappij is het net zo, de beste plannen zijn de plannen waarin de stem van burgers doorklinkt. Dat zien steeds meer mensen in. Ja, natuurlijk, er zijn ook veel mensen die er anders over denken. Maar daar word ik niet moedeloos van. Nee, joh! Ik wil juist hoop bieden.’