Swifty gaat door: nog steeds vol gas op het dakterras

‘We chillen op het dakterras. En vanavond gaat het dak eraf’. Lisse, Nico en Mart schreven Dakterras in 2016. Nu is het nummer van Swifty zelfs nog populairder dan toen.

Daar sta je dan, in één van de Groningse kroegen. Of, erg toepasselijk: op een dakterras. Iedereen om je heen kent het nummer en rapt mee: ‘Dak-Te-Ras. Overhemd op een kiertje, m’n linker een biertje. Dak-Te-Ras. Peuk achter m’n oor, er is niemand die ons stoort.’
Jullie zijn niet de enige: inmiddels is het nummer van Swifty al meer dan elf miljoen keer beluisterd op Spotify.

Alleen Mart van Ochten woont nog in Groningen, Lisse van Vliet en Nico de Melo wisselden de Pronkjewail in voor ergens in de Randstad. Met Mart spreek ik af op het terras voor een frisdrankje, hij doet het even rustig aan. Dit weekend trad Swifty namelijk op tijdens het Albertusfeest Vierus.

Mart, hoe ging het optreden bij Vierus?
‘Misschien was dit wel het beste optreden so far. We hebben dit jaar bij het EK zaalvoetbal gespeeld tijdens de pauze, echt grappig en bizar om in de Ziggo Dome te mogen staan. Maar bij een studentenvereniging is het meer een thuiswedstrijd, want iedereen kent alles. Pff, gelukkig is het nummer na corona nog niet uitgestorven. Het wordt zelfs elke dag vaker gestreamd dan de dag ervoor. Raar, eigenlijk.’

Even terug in de tijd. In 2016 schreven jullie Dakterras. Hoe ging dat?
‘Ik had een beat gemaakt, die stuurde ik naar Nico en hij kwam met het onderwerp. Volgens mij omdat hij op dat moment op het dakterras van Albertus zat. Nadat we het grootste deel van de tekst hadden geschreven gingen we Rick & Morty kijken. We moesten een bandnaam doorgeven en toevallig stond aflevering Get Schwifty aan. ‘

Dacht je dat Dakterras kans had om het AHC-songfestival te winnen?
‘Ik zag wel dat het een leuk nummer was, waarin iedereen zich kan inleven. Maar ik denk dat de vibe nog in heel veel meer dingen terugkomt, bijvoorbeeld dat we het zelf op een zolderkamertje hebben gemaakt als drie jonge onbezonnen jongens. Het klinkt allemaal niet te serieus. Dat is ook wat je uitstraalt en dat is ook een beetje het thema van het nummer: aan het chillen.’

Wat maakt een dakterras leuker dan zitten in het gras?
Dat is lastig. Er is niks mis met genieten in een plantsoen. Misschien is het gewoon dat Groningen best veel dakterrassen heeft. Iedereen hier heeft wel een keer een leuk feest op een dakterras meegemaakt. Je bent afgesloten van de rest. Volle zon, uitzicht en dan kun je er een soort private party van maken!’

Vinden jullie het nog steeds leuk om op te treden?
‘Iemand vroeg laatst: ‘Zijn jullie hier niet een keer klaar mee?’ Dan denk ik: je bedoelt klaar zijn met optreden, waarbij iedereen de tekst meezingt en je elkaar weer ziet? Natuurlijk niet! Het is een reünietje van vrienden. We hebben samen van alles meegemaakt.’

Wat doet het met je als je het nummer ergens hoort?
‘Ik sta niet elke avond in de kroeg naar dat nummer te luisteren. Maar als ik ermee in aanraking kom, voelt het behoorlijk awkward, ik kan namelijk niet rappen. Gelukkig kan ik gewoon ergens rondlopen zonder dat iemand me herkent. Ik vang dus ook weleens op dat sommige mensen zeggen dat ze het helemaal niks vinden. Maar veel vaker zingen ze allemaal mee en zie ik iedereen losgaan. Dat is toch vet?’

Maken jullie nog nieuwe muziek?
‘Lisse en ik zitten in een coverband waarmee we binnenkort ook gaan optreden. We denken erover om deze zomer met die jongens door Europa te gaan toeren in een busje. Verder ben ik begonnen met het schrijven van nummers voor het lustrum van Albertus. Nu ben ik ineens bij alle nummers betrokken. Ik ben zelf ook bezig met een serieus nummer, waarin ik afscheid neem van Groningen, een soort eerbetoon.’

Heb je tips voor studenten die ook een hit willen maken?
Doe geen bestaande nummers na. Guus Meeuwis heeft ooit ook het AHC-songfestival gewonnen met Het is een nacht. Elk nummer dat daarna meedeed was eigenlijk een beetje een slap aftreksel. Het begint met een chick waarbij je in bed ligt, iets met sigaretten en spullen op de grond. Maar dat nummer is er al! Als je zelf iets wilt maken, probeer dan iets unieks te verzinnen.’

Foto: Nico de Melo (vlnr Nico de Melo, Lisse van Vliet en Mart van Ochten)