Leerpik
Ik blijf er altijd last van houden. Hoe vaak ik het ook meemaak of mezelf ook voorhou dat ik inmiddels mijn zenuwen wel in bedwang kan houden. Het begint met een bericht dat je ervan op de hoogte stelt, hetzij mondeling of digitaal. Wanneer ik het nieuws te horen krijg, schiet mijn hartslag oncontroleerbaar omhoog en vernauwen mijn pupillen zich tot minieme grootte. De mededeling negeren kan niet, ik moet en zal het weten.
Terwijl ik mijzelf van binnen zit op te vreten, zit mijn vader onbezorgd op de bank een boek over Churchill te lezen. Op de achtergrond klinkt een Mozart-sonate. Wanneer je vraagt of hij het ook daadwerkelijk leuke muziek vindt, antwoordt hij met een laconiek ‘ach’. Hoe dan ook, hij zit daar, op de bank. Totaal onbewust van de spanning die in mij ontketend is.
Mijn hart bonst in m’n keel en ik denk een opkomende zweetdruppel te bespeuren
De sonate begint me op mijn zenuwen te werken, wonderkind of niet. De pianoriedels volgen elkaar in rap tempo op en lijken toe te werken naar een hoogtepunt van pianistische spasmes. Met een even spastische hand als de pianist open ik m’n browser en vervolgens de beruchte website. De website waarop ik vorig jaar veel mooie momenten heb meegemaakt, maar ook een aantal vreselijke, die mijn humeur hebben doen omslaan in een orkaan van frustratie en depressie. Enkele klikken en het einde is bijna daar. Tenminste, dat hoop ik. Wanneer je haast hebt, gaat alles langzaam. Het lot lijkt je te tarten, maar dat doet het niet.
Het cirkeltje dat aangeeft dat de lijst aan het laden is, lijkt eeuwig rond te draaien. Even lijkt de tijd stil te staan. Ik wacht op de overschakeling van het witte scherm op het geruite schema. Mijn hart bonst in mijn keel en ik denk een opkomende zweetdruppel te bespeuren. Daar is-ie dan. De lijst. Zenuwen zorgen ervoor dat het even onmogelijk is om normaal na te denken. Spontaan geheugenverlies. Wat is in godsnaam mijn studentennummer? Na enkele seconden schiet het me weer te binnen. Als een bezetene scan ik de lijst op zoek naar mijn nummer. Was ik maar altijd zo geconcentreerd tijdens andere dingen. Daar, ik zie mijn nummer. Instinctief kijk ik er meteen rechts van. Een gevoel van geluk begint zich meester van mij te maken. Ik zie een zwarte, prangende zes. Uit ongeloof doe ik een dubbele check. Nee, een driedubbele. Correspondeert het cijfer wel daadwerkelijk met mijn studentennummer? Heb ik niet toevallig een vijf? Nee, het is werkelijk een zes. Perfect. Met een zucht van verlichting zak ik achterover in mijn stoel. Mijn vader kijkt op van zijn boek en vraagt wat er aan de hand is. Ik vertel hem dat ik mijn tentamen heb gehaald. ‘Uitslover. Leerpik’, mompelt hij en leest weer verder in zijn boek over Churchill.