Ga naar de inhoud
Stress is heel normaal, maar leren plannen kan helpen

Let’s talk about stress

Studiestress, studentstress, sowieso stress. Wat voor type dan ook, op zich is stress volgens lector Lies Korevaar geen probleem, en zeker geen aandoening of ziekte.

‘Stress is normaal. Het is een reactie op dreiging en spanning. Het lichaam zet zich schrap om in actie te komen. Dat is meestal erg nuttig. En in het onderwijs komen studenten natuurlijk allerlei spannende zaken tegen. Wie vlak voor een tentamen zit, voelt druk, spanning, stress. Heel normaal.’

Maar sommige mensen zijn toch stressgevoeliger dan anderen?
‘Natuurlijk, er zijn grote verschillen. Maar daarmee hoef je het verschijnsel op zich niet te pathologiseren, stress is geen aandoening of ziekte. Je leest steeds vaker dat stress problematisch is, iets negatiefs dat er niet zou moeten zijn. Dan liggen verkeerde interpretaties van onderzoek op de loer. Wanneer je iemand vraagt of hij last van stress heeft, kun je op je vingers natellen dat een hoog percentage ja antwoordt. Want iedereen ervaart stress. Maar als je dat vervolgens negatief duidt, krijg je een overtrokken beeld.’

Wanneer wordt stress wél een probleem?
‘Dan kom ik terug op wat ik net zei over onderzoek. Na de vraag of iemand last van stress heeft, moet je vragen of de stress hem belemmert in z’n dagelijks functioneren. Pas als dat antwoord positief is, wordt de stress problematisch. Vervolgens moet je achterhalen hoe stress het dagelijks functioneren belemmert. Daarin moet je heel nauwgezet te werk gaan. Doorvragen.’

Zoals?
‘Indien iemand bijvoorbeeld zegt dat hij van de stress niet kan slapen, zegt dat nog weinig. Hoe vaak gebeurt dat? Iedere dag of eens in de twee weken? Ligt hij uren te woelen of wordt hij vroeg wakker en kan hij dan de slaap niet vatten? En wanneer vindt hij eigenlijk dat hij goed slaapt? Zo maak je het probleem concreet, en dan kun je ook concrete oplossingen vinden.

‘Stress slaat natuurlijk vooral toe als er nog maar weinig tijd is’

‘Wat voor slaapproblemen geldt, geldt ook voor concentratieproblemen, angstgevoelens en ga zo maar door. Je moet onderzoeken wanneer ze zich voordoen en en op welke manier ze het dagelijks functioneren beïnvloeden.’

Hoe ontdekte u een verband tussen studentenstress en slechte planning?
‘Dat zeggen de gestreste studenten zelf. Het merendeel van de studenten die hebben deelgenomen aan onze cursus Omgaan met Stress wijst het plannen en organiseren van de studie aan als een belangrijke veroorzaker van stress. Dat zijn we verder gaan onderzoeken. We hebben een enquête uitgezet waarop een respons kwam van ongeveer 2800 studenten. Een eerste blik op de verzamelde data leerde dat veel studenten planningsproblemen hebben. Maar dat is slechts een voorlopige uitspraak. Bij de interpretatie van zulke data moet je voorzichtig zijn. Zo moet je altijd nagaan of er sprake is van het kip-of-ei-effect: ervaren studenten stress omdat ze niet kunnen plannen, of ervaren studenten planningsproblemen omdat ze gestrest zijn?’

U vermoedt toch het eerste: dat slechte planning de stress veroorzaakt? 
‘Dat was wat de deelnemers aan onze cursus aangaven. Nu moeten we goed achter de cijfers kijken om te zien wat er precies aan de hand is. Maar de gedachte is niet onlogisch, want slecht plannen leidt tot tijdgebrek en stress slaat natuurlijk vooral toe als er nog maar weinig tijd is.’

En dan denk je als student: had ik maar dit of dat.
‘Wanneer je de stof hebt bestudeerd, heb je in ieder geval minder aanleiding om gestrest te zijn tijdens een tentamen dan wanneer je niet of nauwelijks hebt geleerd. In het laatste geval kan de student leren hoe hij met die stress moet omgaan, maar hij kan er beter voor zorgen dat hij goed voorbereid in de tentamenzaal verschijnt. Dat is een praktisch probleem.’

Dat klinkt meteen een stuk minder ernstig. Is het makkelijk te leren, dat plannen?
‘Ook dat varieert enorm, maar het lijkt er wel op. De hbo- en mbo-studenten die wij begeleiden, geven aan dat ze baat hebben bij onze aanpak, dat ze beter voorbereid zijn op toetsmomenten en dat hun studieprestaties zijn verbeterd. Zo was er onlangs een student van de groep die de cursus Omgaan met Stress volgde, die na acht jaar studeren z’n laatste studiepunt heeft gehaald. Maar de lange-termijneffecten van de aanpak hebben we ook nog niet in beeld. Daar gaan we trouwens wel onderzoek naar doen.’

Wat is de rolstoelopgang voor gestreste studenten…

Sommige mensen schieten juist in de stress als ze het woord planning horen.
‘Niet iedereen heeft dezelfde problemen bij het plannen. Daarom is aanpak altijd individueel, maatwerk. Er zijn studenten die niet weten hoe ze een planning moeten maken, die moeten dat nog in de vingers krijgen. Andere studenten maken juist uitstekende planningen, maar slagen er weer niet in om zich aan die planning te houden. Dat is een ander probleem. Een interventie is het effectiefst wanneer je je richt op die individuele behoeften. Dat geldt in de gehele hulpverlening: je moet altijd oppassen dat je geen algemene voorzieningen treft voor specifieke problemen.’

Uh…
‘Soms is het duidelijk. Voor studenten in een rolstoel pas je de gebouwen aan, voor blinde studenten regel je braille. Maar wat is de rolstoelopgang voor gestreste studenten… Daarvan kun je je heel moeilijk een beeld vormen. Stress kent ook heel verschillende oorzaken. De buitenlandse student die eenzaam is, de eerstejaars die een bindend studie-advies boven het hoofd hangt, de smartphoneverslaafde die lijdt aan, hoe heet het ook alweer…’

The fear of missing out.
‘Inderdaad, fomo. Het kunnen allemaal stressbronnen zijn en daar past alleen maatwerk bij. Je kunt er geen algemene voorzieningen voor treffen.’

Meer kan hij of zij niet doen, een docent is geen therapeut

Wat zou u studenten die onder stress gebukt gaan aanraden?
‘Praat erover met je studieloopbaanbegeleider of met een docent die je vertrouwt. Maar concentreer je wel op de zaken die je redelijkerwijs van hen kunt verwachten. Docenten zullen informeren naar die dingen die je belemmeren in je studie en bepalen of en wat ze kunnen doen om die belemmering op te heffen. Meer kan hij ook niet doen, een docent is geen therapeut.’

Is er op dat vlak iets te verwachten van de studentenpsychologen die de Hanze binnenkort aanstelt.
‘Zeker, studenten die stress of andere psychische klachten ervaren, kunnen er baat bij hebben. Als het gaat om zwaardere psychiatrische problematiek, zoals een psychose of een bipolaire stoornis, is het verstandig deze studenten door te verwijzen naar andere voorzieningen in de Geestelijke Gezondheidszorg. Die kunnen die studenten bieden wat ze nodig hebben, therapie en behandeling. Maar de jongeren die naar de Hanzehogeschool gaan, komen voor een hbo-opleiding. Ze zijn student, geen patiënt.’