Ga naar de inhoud

Mag een docent je belachelijk maken?

Twee uur lang stil zijn en luisteren naar wat iemand met kennis van zaken te zeggen heeft. Hoorcolleges zijn niet m’n ding. Zeker niet als die kennis van zaken met tegenzin wordt gebracht.
‘Ik moet even een paar modellen met jullie bespreken, maar je ziet aan de hoeveelheid typfouten al wel hoeveel ik zelf met de modellen doe. Ik hou meer van een persoonlijk gesprek.’
Na zo’n introductie is het erg moeilijk om níet af te haken. Maar ik veer weer op wanneer de termen sociaal voorgeschreven perfectionisme en intrinsiek perfectionisme aan de orde komen. Ik zou graag willen weten hoe je die twee van elkaar onderscheidt. Het verschil zit volgens de docent in de beweegredenen die iemand voor z’n streven naar perfectie heeft.

De docent schampert dat dit vraagstuk te ver gaat en meer iets is voor een opleiding in de filosofie

‘Hoe pas je dat dan toe?’, vraag ik.
‘Onder een boom gaan zitten filosoferen’, luidt het antwoord, waarop de hele zaal het op een lachen zet. Ik voel me tamelijk bespot.
‘Zo gek is die vraag toch niet? Dit is toch een opleiding in toegepaste psychologie?’
De docent schampert dat dit vraagstuk op dit moment te ver gaat en echt meer iets is voor een opleiding in de filosofie.
Hmmm, dit is niet leuk, denk ik, dit kan beter, dit moet veranderen.
Ik leg nu even het onderwerp van het hoorcollege uit, het transtheoretisch fasemodel van gedragsverandering, en pas het meteen toe. We beginnen bij de pre-contemplation phase (dit was dus het moment waarop de docent het een goed idee vond om te vertellen dat dit stukje theorie eigenlijk nergens op slaat). De pre-comtemplation phase is de fase waarin men nog niet over een kwestie heeft nagedacht.

Dan komt de action phase, ik zit inderdaad met mijn rotkop op het voorste bankje

Ná de pre-comtemplation phase komt de contemplation phase. Ieder gastje met z’n gaming-engels kan dat wel plaatsen: tobben, twijfelen, nadenken.
Dan volgt de preparation phase. Wie gedrag wil veranderen moet zich voorbereiden op een aanpak. Hier gebruik ik een dikke tip uit het hoorcollege: koppel de verandering aan al bestaand gedrag. Zo zal ik in het eerstvolgende college vooraan gaan zitten om de docent eraan te helpen herinneren dat het niet goed is om vooraf te zeggen dat de stof niet interessant is en dat je leerlingen beter niet belachelijk kunt maken.
Dan komt de action phase. Ik zit inderdaad met mijn rotkop op het voorste bankje. De docent brengt de theorie alsof het allemaal rozengeur en maneschijn is, zodat Dennis en de andere studenten zelf kunnen uitmaken of de stof waardevol of waardeloos is.
Kijk, dit is een voorbeeld van een praktijktoepassing van een gedragsverandering volgens het transtheoretisch fasemodel. Weer wat geleerd.
Ik schaam me niet voor m’n vragen. En ja, ze kunnen onbenullig uit m’n mond komen. Maar dat geeft de docent nog niet het recht om ze in de wind te slaan. Een hoorcollege is bedoeld om studenten inzicht te geven in de theorie. Serieus reageren op serieuze vragen, lijkt me een manier om het inzicht te vergroten.