Ga naar de inhoud

Man, word eens een kerel

Er staat een stelletje bij de kassa van Het Concerthuis. Hij staat te klooien met de lap waarin hun pasgeborene is gewikkeld. Zij is chique, verzorgd, zoals dat heet, modieus kapsel, getailleerde zwarte jas, lederen laarsjes. Over haar arm hangt een rode shawl met zo’n hip Aziatisch aandoend motiefje. En hij rommelt ondertussen door met die draaglap, die niet wil zitten zoals ie moet zitten.
De vrouw stelt hem een retorische vraag over het afrekenen. Hij knikt snel en met grote ogen, als een jochie dat niet zeker weet of hij zijn chagrijnige moeder wel het goede antwoord heeft gegeven. Hij is een eigentijdse man, een conservator van de lieve vrede. Ach ja, kleine kinderen zijn zo ontvankelijk voor wat er bij ons volwassenen vlak onder de oppervlakte schuilt. Daarvan is hij zich heel bewust, hij wil niet zo zijn als die harde, eigenwijze mannen van z’n vaders generatie.

Tijdens de zwangerschap was hij geen baas in eigen buik: zij moest lijden, dus hij ook

Even dringt zich de vergelijking op tussen deze jonge vader en krachtige Afrikaanse boerinnen, die hun baby’s ook zo bij zich dragen terwijl ze het land bewerken en het overige kroost in de gaten houden. Die vergelijking gaat meteen mank, hij straalt namelijk helemaal geen kracht uit. De lap die hij draagt was natuurlijk het idee van vrouwlief. En meneer heeft waarschijnlijk niets in de melk te brokkelen als het gaat om kleding. Het moet wel hip zijn, en zo’n veredelde sjaal met kind erin is heel hip.
Zij straalt emancipatie uit, onafhankelijk, van man en kind. Eenzijdige onafhankelijkheid. Tijdens de zwangerschap was manlief waarschijnlijk geen baas in eigen buik. Opeens mocht ook hij niet drinken of een goede biefstuk eten. Goed doorbakken moest die zijn, tot verschrompeling aan toe. Omdat zij moest lijden, moest hij dat ook, wraak voor tweeduizend jaar vrouwenonderdrukking.
Begrijp me niet verkeerd. Ik noem dit ervaringsfantasie: fictie gebaseerd op eerdere feiten. Ik zie haar thuis aan de eettafel zitten met een lijstje. Carrière: check. Man (liefst niet dominant): check. Koophuis met tuin op het zuiden: check. Kind: check. Zij kan haar vriendinnen onder ogen komen en met valse bescheidenheid hun verscholen afgunst als complimentjes beschouwen. Zij is geslaagd.

Mooie vrouwen laten zich gebruiken als armcandy, maar dat is geen reden om jezelf te degraderen tot handtas

Emancipatie van het verkeerde soort. Emancipatie die ruim baan geeft om de bitch uit te hangen en het ego te strelen. Weg met jullie mannenwereld waarin ik tweederangs ben. Jullie, opgeblazen-ego-types met jullie materialisme en objectivering van vrouwen. Manlief is een middel geworden. Zoals mooie vrouwen armcandy waren voor blanke pafferige hotshots, is deze man haar persoonlijke handtas geworden. Met daarin haar dagboek voor oeverloos gezeur, en genoeg ruimte voor die klotebaby die haar onafhankelijkheid in de weg staat.
Mijn frustratie komt natuurlijk voort uit het feit dat deze man een slecht voorbeeld geeft. Ik ben voor emancipatie, zoals die bedoeld is: gelijke rechten, gelijke lasten, gelijke baten, gelijk gelijk gelijk. Helemaal prima. Maar in deze relatie zie ik geen gelijkheid. Misschien dat vrouwen als deze even moeten her-emanciperen. Zoals mannen als hij dat ook moeten doen. Zodat haar vriendinnen niet hopeloos op zoek blijven naar net zo’n sukkel, terwijl ze luid klagen dat ‘er tegenwoordig geen goede mannen meer rondlopen’.
Het is aan de vrouw om te stoppen met het ambiëren van een ideaal dat mannen van nu zelf al niet meer nastreven. Egocentrisme was al nooit een kracht van mannen, het was een zwaktebod, en het zal vrouwen dus ook geen goed doen. Het is aan de man om uit z’n zielige mancave te komen, een woord dat gewoon een eufemisme is voor de schuilkelder voor orkaan Dolle Mina. Mannen der lage landen: emancipeer uzelf!