Meester Digi
Kinderen kunnen zich over veel dingen verbazen. Waarom drinkt u koffie? Waarom moet ik spruitjes van mama eten? Waarom zijn de kruidnootjes er eerder dan Sinterklaas en zijn pieten? Maar het vaakst hoor ik toch wel: ‘Meester hoe bent u nou zo groot geworden?’ of andere lengtegerelateerde vragen.
Ook op mijn stage als ICT-hulpmeester maak ik dit weer mee. Ik loop door de gang en ik zie twee jongens van groep 8 langs lokalen speuren naar kopjes en schaaltjes die de vaatwasser in moeten. Ze passeren me en ik zie de ogen verbaasd omhoog gaan. Ze groeten vriendelijk.
Verstandig en veilig omgaan met internet is leerdoel geworden, maar hoe? Dat mag ik verzinnen
‘Bent u een nieuwe meester?’
‘Klopt, ik ben helemaal nieuw, net uit de verpakking!’
‘Cool!’
Wanneer ik m’n semi-kantoorruimte in wil lopen hoor ik in de verte één van de jongens.
‘Jo, bro! Die meester is lang, jonguh!’
Het is een andere stage dan anders. Mijn taken zijn nu niet een klas een lesje leren en het gebruikelijke classroom management. Ik moet ervoor zorgen dat de school een stap vooruit zet in Digitale Geletterdheid. Vrij vertaald komt het erop neer, dat de kinderen van nu niet meer opgroeien met krijtborden en feitenkennis, maar met ultramoderne digiborden, smartphones en tablets. Ook het verstandig en veilig omgaan met internet is leerdoel geworden. Maar hoe stop je dit alles in het overvolle lesrooster van leerkracht en leerling? Dat mag ik dus verzinnen.
Een leerkracht moet een duizend-poot zijn, sterk in z’n schoenen staan en van heel hard werken houden
Voor alle aspirant-studenten die op 10 november naar de Open Dag van de Hanzehogeschool gaan en overwegen om voor de Pabo te kiezen. Denk dan even goed na over de volgende functie-eisen die aan het beroep van leerkracht kleven. Je bent een duizendpoot. Je staat sterk in je schoenen voor een groep kinderen. Je kunt plannen en je houdt van heel hard werken.
Gelukkig hoef ik dit allemaal niet, ik ben een natuurtalent. Nee, grapje. Ik werk me suf en daardoor vergeet ik steeds om een hap te nemen van mijn boterham. Ai! Die is inmiddels al hard geworden. Oké, dan maar een kruidnootje. Die zijn alweer overal te koop. Dank u, Sinterklaasje.