Meester Mooi (& meer)
Vandaag leer ik de kinderen wat tegenstellingen zijn. Je hebt grote mensen en kleine mensen. Daarnaast staat de letter M centraal. Ze weten behoorlijk veel woorden te noemen die met een M beginnen. Maar na een tijdje help ik ze verder en gebruik ik meteen een tegenstelling. Je hebt lelijke meesters en mooie meesters, zeg ik.
‘Ik ben wel een mooie meester, toch?’
De kleuters knikken instemmend, maar een bijdehandje roept: ‘Nee, hoor, u bent een lelijke meester!’
Ik stel de vraag opnieuw: ‘Ben ik een mooie meester of een lelijke?’
Ik reageer vol bombarie.
‘Boef dat je bent! In de hoek jij!’
Door m’n lichaamstaal snapt de leerling dat ik aan het dollen ben en hij gaat quasi-bedroefd in de hoek staan. Na een paar nieuwe M-woorden, stel ik de vraag opnieuw.
‘Ben ik een mooie meester, of een lelijke?’
Mooi, dus. Het jochie gaat met een brede grijns weer op z’n stoel zitten.
Deze dinsdag komt de Sint met zijn pieten op bezoek en dat is natuurlijk erg spannend. Veel leerlingen worden daar druk van. Een leerling is zo druk dat hij zich als Superman gaat gedragen. Hij rent met zijn vuist tegen mij aan. Door het lengteverschil kun je wel raden waar die vuist terechtkomt en mooi of lelijk, dat gevoel gun ik geen enkele meester.
Sinterklaas heeft zich uitstekend voorbereid, want hij vraagt mij tot drie keer toe of mijn koffie nog wel warm is. Dat kan haast niet anders betekenen dat hij HanzeMag leest. Ongelofelijk, een internationale doorbraak, mijn columns bereiken zelfs het zonnige Spanje. Olé!