Ga naar de inhoud

Meester Roze Sneeuw

Deze week ben ik weer met een stage begonnen. Maar dit keer is het ietsjes anders. Het is namelijk mijn laatste, en dus ben ik geen stagiair, maar een Leraar in Opleiding. De komende vijftien weken staat deze LiO’er aan het roer in groep 4. Natuurlijk word ik de eerste weken ingewerkt, maar daarna mag ik het drie dagen in de week zelf uitzoeken.
Dat inwerken is wel nodig, want er komt heel wat kijken bij het klassenmanagement. Tijdens de pauze komt er een leerling naar me toe.
‘Ik heb een tand eruit!’
Hij houdt een melktand in z’n hand.

Een dag later (het is warempel White Tuesday) is het wel raak. Drie jarigen!

‘Lekker bezig, hoor! En nu? Of ik een doosje voor melktandjes heb? Uh, geen idee, hebben we dat coach?’
Onder de wasbak dus. Mooi! Weer wat geleerd.
Op Blue Monday (wat een onzin trouwens) kreeg ik helaas geen traktaties. Een dag later (het is warempel White Tuesday) is het wel raak. Drie jarigen! Ik moet er nog wel even inkomen, want wanneer ik de verjaardagskaart teruggeef aan de leerling, merk ik dat ik vergeten ben om mijn naam eronder te zetten.
Als een jarige de klassen rondgaat met wat lekkers (lees: chocola), mogen ze twee vriendjes meenemen. De laatste jarige van de dag is Joost uit groep 8. Terwijl het drietal op mij afkomt, hoor ik Pieter zeggen: ‘Let op, hoor. Deze nieuwe meester is grappig.’
‘Oow, is dat zo? Jeetje, dan moet ik dat wel waarmaken. Wat een druk weer, ja! En met welke kleur zal ik eens op jouw kaartje schrijven, jarige Joost?’
‘Doe de roze stift maar, meneer.’

Wanneer de eerste sneeuwvlokjes van het jaar vallen, mogen de kinderneusjes tegen het raam

‘Nee, joh, dat doet-ie vast niet’, zegt Sanne.
‘Nou, ik vind prima hoor, doe ik toch lekker roze?’
De leerlingen gieren het uit. Wanneer ze naar de volgende klas lopen, zegt Pieter: ‘Zie je wel dat hij leuk is?’
Smikkelend van mijn zojuist verdiende bonbon, probeer ik de klas weer snel tot de orde te roepen. Ach, laat dat snel maar weg. Wanneer de eerste sneeuwvlokjes van het jaar vallen, mogen de kinderneusjes wel eventjes tegen het raam worden gedrukt. Heerlijk, die blije verbazing. Als ik sneeuw zie ik vallen, denk ik aan de negatieve gevolgen. Zou de trein morgen wel rijden?