Ga naar de inhoud

Meneer Meester Davey

‘Meester, meester, ik heb een nieuw boek uitgezocht. Mag ik straks beginnen met voorlezen?’ Toen ik nog in Den Haag woonde, spendeerde ik menig lunchpauze als leeshulp op een basisschool in de Schilderswijk. Vanaf het moment dat ik het schoolplein opliep, was ik meester, een aanspreekvorm die even wennen was. Hetzelfde gold voor de namen van de kinderen. Gelukkig heb ik een Marokkaanse vriendin die mij de klassenlijst als geluidsfragment via whatsapp terugstuurde. Daarmee oefende ik ’s avonds.

Wanneer je niet kunt onthouden hoe iemand heet, kun je ook geen band met hem opbouwen

Je eigen naam is de fijnste klank die er bestaat. Wanneer je niet kunt onthouden hoe iemand heet, kun je ook geen band met hem opbouwen. Hierin ligt echter niet mijn talent. Toen ik er nog niet zoveel om gaf, leidde dat weleens tot ongemakkelijke situaties. ‘Ik heb al vier jaar een relatie met [naam vriendin] hoe kun je dat vergeten?’, antwoorde een vriend dan op mijn vraag hoe zijn etentje met dinges was geweest. Gelukkig kan je met enige moeite ook deze vaardigheid aanleren. Sinds ik bij de Hanze werk, heb ik een vast ritueel wanneer ik een nieuwe klas moet lesgeven. Ik exporteer de pasfotolijst uit Osiris en maak er een memoryspel van. Oké, sommige studenten zien er nogal anders uit dan op hun foto’s (ik kijk naar jullie Wim, Annieke, Ivo, Lisa), maar het werkt voor mij wondergoed. Het zijn er in die anderhalf jaar een stuk of vierhonderd geweest, dus ik vergeet er weleens een, dan spiek ik even op m’n telefoon waar ik de lijsten heb opgeslagen.

Davey en jij is prima, maar meneer en u vind ik wel iets hebben

Hoe studenten mij aanspreken maakt me niet zoveel uit. Davey en jij is prima, maar meneer en u vind ik wel iets hebben. Zelf ben ik een onverbiddelijk vousvoyeurist. Of het nu het kassameisje of een nieuwe collega is, ik zeg u. Niet zelden reageert men daarop als door een wesp gestoken. ‘Zo oud ben ik niet hoor’, repliceren vooral veertigplussers. Hierop bied ik immer mijn excuses aan en mompel iets over mijn opvoeding en kassameisjes, terwijl ik denk: wees niet zo onzeker. Dat je twintig jaar ouder bent dan ik maakt je in mijn ogen niet minder.