Over de vloer bij… een ACLO-instructeur

Hoi allemaal! Mijn naam is Hylkje, een vierdejaars student Communicatie Vormgeving met een passie voor verhalen. Elke twee weken volg ik een student, docent of andere bijzondere Groninger om te kijken wat ze bezighoudt. 

Waar voor menig student, inclusief mijzelf, de motivatie ver te zoeken is om wekelijks de sportschool binnen te stappen, doen de sportinstructeurs van de ACLO dit elke dag. Ik vroeg me af hoe Marlon (van o.a. Labooca en Combat) dat volhoudt en of hij nog tips heeft om fitter te worden.

Marlon, ben je echt élke dag aan het sporten?
‘Ja eigenlijk wel! Ik zorg er in ieder geval voor dat ik elke dag beweeg, maar ten minste vijf dagen per week ben ik zo’n vijf tot zes uur aan het sporten. Dat kan zijn terwijl ik les geef hier op de ACLO, bij mijn onderneming of tijdens eigen trainingsuurtjes. De key is iets leuk vinden en het niet als werken of verplichting zien: dan hou je alles langer vol. Daarnaast kom ik uit een sportersfamilie. Mijn opa was bokser en toen ik vier jaar werd, begon ik met vechtsporten. Eigenlijk doe ik het al mijn hele leven.’

Dus van fanatieke sporter naar sportinstructeur was een kleine stap?
‘Toen ik negen was zag ik aerobics op televisie, dat zag er leuk uit en vanaf dat moment wist ik: daar wil ik later iets mee doen. Rond mijn dertiende begon ik met werken op een sportschool op Curaçao, gewoon om bezig te zijn. Toen ik in Nederland aan de ALO ging studeren en meeliep bij een zwembad, werd me gevraagd of ik les kon geven. Zo rolde ik in mijn eerste studiejaar al in dit wereldje. Het leukste vind ik om mensen te zien bewegen. Natuurlijk merk ik het als je stopt of dat je de andere kant op draait, het belangrijkste is dat je mee kunt doen en dat je er lol in hebt. Ik ga iemand niet corrigeren, tenzij ze dat natuurlijk willen.’

Je hebt zelf een eigen sportprogramma opgezet: Labooca. Hoe kwam je daarop?
‘Dingen ontwikkelen vond ik altijd al leuk. Na de ALO ben ik Bewegingswetenschappen gaan studeren, waardoor ik meer ging schrijven en beredeneren. Ik ontdekte een programma met dans en beweging dat destijds groot was in Amerika, maar dat niet helemaal voldeed aan wat ik als sportinstructeur effectief vond. Dat maakte dat ik zo’n zes jaar geleden Labooca ontwikkelde: een afkorting van Latin Bootcamp. Het leuke aan Labooca is dat het intensief bewegen op muziek is, maar dat je zonder het door te hebben aan het fitnessen bent. Labooca is begonnen in Groningen, maar langzamerhand is het programma zich aan het uitbreiden naar Duitsland, België, Roemenië en zelfs in India doen ze mee!’

Heb je nog tips voor studenten om ons vaker naar de sportschool te krijgen?
‘De grootste tip die ik kan meegeven: vind iets dat je leuk vindt. Of dat nu een sport is of een onderdeel in een sport. Als jij tijdens Bodyfit de buikspieroefeningen niet leuk vindt, maar de gewichten of squats wel, probeer je dan daarop te focussen en daar je lol uit te halen. Stel ook niet te hoge eisen aan jezelf. Vaak komen er mensen naar me toe die het perfecte lichaam in een blad zagen staan en dat als doel stellen. Dan vraag ik ze: hoeveel van deze ideale mensen uit bladen zie je werkelijk rondlopen? Wie ken jij die er zo uitziet? Deze mensen bestaan namelijk niet in het echt. Je kunt er wel naar streven, maar het belangrijkste is dat jij je gezond voelt.’

Sporten voor je gezondheid dus, in plaats van voor je uiterlijk.
‘Zeker. De Hanze is momenteel veel bezig met het onderwerp Healthy Aging, en daar draagt sporten aan bij. Ik merk dat mensen bewegen onderschatten. Ze hebben de term gezondheid gehoord, maar passen deze niet goed toe. Gezond zijn betekent voor jou dat je meer mogelijkheden hebt, niet alleen dat je er goed uitziet. Een gezond lichaam is de basis van alles: je kunt veel geld hebben, als je ongezond bent heb je er toch niks aan? Tijdens mijn werk zie ik mensen opknappen zodra ze meer gaan sporten. Dat zeggen ze ook tegen me, ze voelen zich beter en hebben meer energie in het dagelijks leven.

‘Je hoeft niet per se vijf dagen per week een uur lang te sporten, maar probeer regelmaat te vinden en in ieder geval zo’n drie keer per week te bewegen. Dat kan ook twintig minuten of een half uur zijn. Na drie maanden zullen jij en anderen effect zien, maar binnen een paar dagen voel je je al beter.’