Ga naar de inhoud

Proef nepkonijn!

Kleine handjes geven kortdate rukken aan de zoom van een jurk.
‘Mamma, mamma.’
Moeder draait een halve slag om en kijkt het meisje aan. Een flinke klodder mayonaise vliegt naar de grond.
‘Welk dier eten we nu eigenlijk? Is dit een koe of een varken?’
Moeder kijkt geïrriteerd naar beneden.
‘Wat maakt dat nu uit, meid… eet maar gewoon lekker je kroketje op. Dat vind je toch altijd zo lekker?’
‘Ja, maar ik wil niet een lief dier opeten, mamma, dat vind ik zielig.’
Moeder zucht en sleept haar kindje bij de pols uit de pui van de snackbar, waarna ze opgaan in het straatgedruis.

We eten ieder jaar zo’n 141 duizend kalveren, zesenhalf miljoen varkens en 185 miljoen vleeskuikens

De eerste mens die frituur niet lekker vindt, moet nog geboren worden. Een Nederlander eet gemiddeld 77 kilogram vlees per jaar (inclusief de botten). Dat komt neer op zo’n 141 duizend kalveren, zesenhalf miljoen varkens en 185 miljoen vleeskuikens. Volgens het voedingscentrum is deze vleesconsumptie vele malen hoger dan noodzakelijk is voor een gezond en evenwichtig voedingspatroon. Daarnaast is het bekend dat de productie van vlees onwijs belastend is voor het milieu, omdat het hand in hand gaat met een (te hoge) uitstoot van broeikasgassen. De huidige vleesconsumptie is voor mens, dier en milieu op z’n zachtst gezegd onhoudbaar.
Zelf keur ik ook weinig goed van de duistere dagelijkse praktijken in de vleesindustrie. Maar ik kan het ook niet laten om van tijd tot tijd mijn gezicht te bedekken met een portie shoarma gedrenkt in knoflooksaus en vergezeld van hier en daar wat friemeltjes ijsbergsla (dat laatste voor het idee van toch gezond). Is er dan een oplossing, een manier om een einde te maken aan al het ellendige dierenleed en de vernieling van het milieu, maar wel zó dat we niet dat lekkere kroketje hoeven te laten liggen? Het antwoord is verrassend simpel: ja.

Kweekvlees voldoet niet aan de Europese wetgeving voor Novel Foods

In 1999 kreeg de Nederlandse onderzoeker Willem van Eelen het eerste patent voor ‘de industriële productie van vlees met behulp van celcultuurmethoden’, oftewel kweekvlees. Stamcellen van bijvoorbeeld een kip of een koe kunnen (zonder het dier te doden of te pijnigen) worden opgekweekt tot een stukje vlees naar keuze. Voedsel van de toekomst? Niet eens. In 2013 presenteerde dr. Mark Post van de Universiteit van Maastricht ’s werelds eerste kweekvleesburger. Toentertijd kostte een echt stukje nepvlees maar liefst 250.000 euro. Nu, vijf jaar later is een burger van kweekvlees betaalbaar geworden voor de gemiddelde consument.
Waarom we dan niet en masse kweekvlees eten? Omdat het nog niet voldoet aan de Europese wetgeving voor Novel Foods die op 1 januari 2018 inging. Het wantrouwen jegens kweekvlees is te verwachten, maar het is inmiddels bewezen dat het veilig kan worden gegeten. De natuur is altijd onderhevig aan de veranderingen die de mens teweegbrengt, en met voldoende tijd zal het eten van kweekvlees net zo normaal worden als het maken van kaas, yoghurt of bier. Voor die tijd zullen er nog enkele politieke en ook maatschappelijke hindernissen moeten worden overwonnen.
Wil je nu zelf iets betekenen voor de ontwikkeling van kweekvlees op Nederlandse bodem? Teken dan hier een petitie om jezelf beschikbaar te stellen als proefkonijn om kweekvlees te proeven.