Psychische problemen, hoe vertel je het je medestudenten?
Eetstoornissen, ADHD, autistische aandoeningen, stemmingsstoornissen. Één op de vijf studenten kampt met psychische problemen. Daar komt vaak nog een probleem bij: vertel je het op school? Onderzoeker Jacomijn Hofstra bedacht een handig hulpmiddel om die vraag te beantwoorden.
Vertel ik het? Wie vertel ik het? Wanneer vertel ik het? Wat vertel ik? Hoe vertel ik het?
Dit zijn de vijf centrale vragen van het interventieprogramma Vertel Ik Het Wel of Vertel Ik Het Niet? voor studenten met psychische problemen.
‘Het is vooral een praktisch hulpmiddel’, zegt hoofddocent Toegepaste Psychologie Jacomijn Hofstra die het door het lectoraat Rehabilitatie opgestelde programma uittestte op drie hogescholen.
‘De studenten gaan dieper op die centrale vragen in, waardoor ze een weloverwogen besluit kunnen nemen. Ze kunnen het programma in hun eentje doorlopen, maar ze kunnen ook een beroep doen op één van de door ons getrainde decanen en studieloopbaanbegeleiders.’
Vertel ik het, ja of nee? Is die vraag zo moeilijk?
‘Toch wel. Er zitten namelijk meerdere kanten aan en het is nuttig om die stap voor stap tegen het licht te houden. Voor sommige van deze studenten is het bijvoorbeeld echt een openbaring dat ze ervoor kunnen kiezen bepaalde dingen wél te vertellen en andere niet. Die zijn geneigd om heel hun levensverhaal op tafel te leggen, compleet met allerlei verschrikkelijke dingen die hen zijn overkomen. Voor hen lijkt het op een keuze tussen alles of niets. Of eigenlijk, heel lang niets en dan in één klap alles. Daarmee kun je je gesprekspartner overdonderen.’
Hoe moeten ze het dan aanpakken?
‘Het is goed om te beseffen dat je niet verplicht bent om alles te vertellen. Je kunt je beperken tot het noodzakelijke, tot wat de anderen moeten weten om te voorkomen dat je vastloopt. Je hoeft je klasgenoten bijvoorbeeld niet te zeggen dat je aan een depressie lijdt, maar het is wel handig dat ze weten dat je je niet zo lang achter elkaar kunt concentreren. Daar kunnen medestudenten dan rekening mee houden. Ik zeg nu medestudenten, maar het geldt net zo goed voor de mensen met wie de studenten tijdens hun stage moeten samenwerken. Wanneer je vertelt dat je depressief bent… slechts weinig mensen weten hoe ze op die boodschap moeten reageren. Als je ze vertelt waar je in de dagelijks gang van zaken tegenaan loopt, geef je ze iets in handen waarmee ze iets kunnen doen. Het maakt het vertellen ook minder zwaar.’
Zo had ik het nog niet bekeken: je moet het zo simpel mogelijk houden.
‘Studenten, ook studenten met psychische problemen, willen gewoon student zijn. Als er dingen zijn die het studeren of het stagelopen belemmeren, kun je dat gewoon kenbaar maken. Dat geldt voor alle studenten, dus ook voor studenten met psychische problemen. Dat is trouwens best een behoorlijk grote groep, hoor, zo’n twintig procent.’
Eén op de vijf studenten, dat blijft een schrikbarend hoog aantal.
‘Toch zijn dat de cijfers. Ook in het buitenland komen onderzoekers uit op rond de twintig procent. Maar ook al was het lager, er is alle reden om er aandacht aan te besteden. Iedere student verdient de ruimte om zich te ontwikkelen. Ik ben blij dat onze interventie daar handvatten voor geeft, en dat studenten en studieloopbaanbegeleiders er wat aan hebben. Dat weet ik niet alleen uit het onderzoek dat we daarnaar hebben gedaan, maar ook uit het feit dat studenten het interventiewerkboek regelmatig downloaden.’
Zouden niet alle studieloopbegeleiders met deze aanpak moeten kunnen werken?
‘Het kan, het materiaal is gratis voor alles en iedereen. Voor ons onderzoek hebben we twaalf mensen getraind. Eén van hogeschool Van Hall Larenstein, vier van NHL-Stenden en zeven van de Hanze. Zij hebben het in de praktijk gebracht en er een dik jaar mee gewerkt. Zowel de begeleiders als de veertig studenten die eraan meewerkten, zijn zeer positief. Dat het werkt, ja, daar word ik wel heel erg vrolijk van. Daar doe je het voor.’
—————————
Het onderzoek van Jacomijn Hofstra, Nynke Boonstra en Lies Korevaar beschrijft de ervaringen met de interventie die veertig studenten en twaalf getrainde begeleiders opdeden tussen eind 2017 en begin 2019. Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal for Further and Higher Education.
Op de website van de Innovatiewerkplaats Begeleid Leren is het Nederlandstalige materiaal te vinden. Een Engelstalige versie van de handleiding en de werkbladen is er ook: www.supportededucation.eu.
Foto (fragment): Usman Yousaf