Ralf Poelman, die gast van het gras van het Noorderplantsoen
Ralf Poelman had geen idee wat hem te wachten stond toen hij in zijn studententijd Het gras van het Noorderplantsoen uitbracht in 2007. In Groningse kroegen klinkt zijn lofzang nog elke avond.
Want als ik weg ben dan mis ik de straten, vanaf de Toren tot aan Westerhaven… Wees eerlijk: hoe vaak heb jij deze Groningse klassieker wel niet meegeblèrd in een volle kroeg, terwijl je je armen om vrienden en vreemden heen sloeg? En dan te bedenken dat studenten vijftien jaar geleden ook al zo stonden. Hoog tijd om wat meer over deze banger te leren.
Ralf, hoe was jouw studententijd in Groningen?
‘Fantastisch! Ik heb er een hele leuke tijd gehad. Eigenlijk heb ik er iets té veel van genoten, kun je rustig stellen. Ik kan me nog herinneren hoe ik om 7 uur ’s ochtends de eerste haring at na een nacht in de kroeg. Zijn er nog steeds geen sluitingstijden?’
Gelukkig niet! En haring? Een eierbal, bedoel je! Maar goed, wanneer was je het liefst in het Noorderplantsoen?
‘Toch wel tijdens Noorderzon, met live muziek en vrienden op een mooie warme avond.’
En wat maakt het gras van het Noorderplantsoen nou zo speciaal?
‘Ik ben altijd fan geweest van gras. Op gras kun je een balletje trappen, lekker luieren in de zon, een dansje wagen tijdens een festival en een biertje drinken met vrienden. Daarnaast vind ik parken in steden altijd erg mooi, want dan krijg je een beetje rust in de drukte.’
En waarom juist een lied over het Noorderplantsoen?
‘Ik wilde een lofzang op de stad maken zonder het woord Groningen te gebruiken. Ik denk dat iedereen wel snapt dat de boodschap een totale lofzang is op de stad en niet enkel op het Noorderplantsoen.’
Wat is het wildste avontuur dat je hebt meegemaakt in het Noorderplantsoen?
‘Hierover doe ik geen uitspraken.’
Heb je affiniteit met Kameroen?
‘Nee, maar vind maar eens een ander land dat eindigt op -oen. Geen Frankrijk, laat staan Kameroen, dat vind ik niet de meest sterke zin van het liedje… Niets ten nadele van Kameroen.’
Oké, nu serieus. Het nummer is een benefiet-single voor KWF Kankerbestrijding.
‘In mijn studententijd maakte ik veel muziek: voor mezelf, met anderen en voor anderen. Iemand van de lustrumcommissie van Albertus vroeg me om een single te schrijven waarvan de opbrengsten naar KWF zouden gaan. Aangezien de single zou worden verkocht in de binnenstad, schreef ik iets wat ik bij de stad vond passen.’
Je woont en werkt nu in Amsterdam. Mis je de Groningse straten nog steeds?
‘Ik woon met veel plezier in Amsterdam, maar ik kijk altijd met veel liefde terug naar Grunn! Zo’n prachtige stad. Ik zou zeggen: een parel in het Noorden met een rauw randje. Er heerst gewoon een geweldige sfeer met veel jonge mensen en een leuke mentaliteit van de Groningers. Niets dan lof. En Amsterdam mag er ook best wezen.’
Het Gras Van Het Noorderplantsoen is inmiddels vast onderdeel van het uitgaansleven.
‘Dat is natuurlijk helemaal geweldig. Ik ontvang ook regelmatig filmpjes van bruiloften en andere feestjes waarop het luidkeels wordt meegezongen. Ik schreef het bewust als een walsje, daar kun je lekker schouder aan schouder op meedeinen. Je hoeft ook geen Beyoncé te zijn om het te kunnen zingen. Niets ten nadele van al die gouden keeltjes in de stad, trouwens. Het was eigenlijk precies zo bedoeld als dat het heeft uitgepakt. Door dit nummer kijk ik met extra veel plezier terug op mijn tijd in Groningen. En je weet wat ze zeggen, hoe meer je drinkt hoe beter je klinkt!’
Studenten noemen het Noorderplantsoen tegenwoordig NoPla. Was dat vroeger ook al zo?
‘Haha, nee, die afkorting ken ik helemaal niet. Wel geinig. We korten tegenwoordig van alles af, natuurlijk.’
Heb je nog wijze laatste woorden voor studenten?
‘Ik hoop dat jullie het nog lang zullen blijven meezingen en net zo’n geweldige tijd zullen hebben als ik. Maar eigenlijk twijfel ik daar niet aan.’
… want als ik weg ben… doe mij maar het gras, het gras van het NoPla!
O ja, het nummer is tegenwoordig ook op Spotify te vinden.