Rechters houden nauwelijks rekening met kinderen van verdachten
Houden rechters genoeg rekening met de kinderen van verdachten? Nee, zo ontdekte Amber en negen andere SJD-studenten. Dat kan en moet beter.
‘Mijn vader werkte in de gevangenis en mijn moeder in de advocatuur.’ Het werd Amber Kamsma (22) met de paplepel ingegoten. Het was dus niet zo vreemd dat ze Rechten ging studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘In het eerste jaar kwam ik erachter dat ik het sociale miste. Ik wilde mensen in de praktijk helpen.’ Amber switchte naar Sociaal Juridische Dienstverlening aan de Hanze. In het tweede jaar van die opleiding koos ze een project over kinderen van verdachten. ‘Ik had het gevoel dat ik concreet iets kon betekenen voor ouders en voor hun kinderen.’
In acht maanden tijd volgden tien Hanze-studenten 62 rechtszittingen in Noord-Nederland
Het project bestond uit een observatieonderzoek dat acht maanden duurde. Tien Hanze-studenten volgden 62 rechtszittingen in Noord-Nederland om te kijken of er voldoende aandacht is voor de rechten van de kinderen van verdachten. ‘Zonder de juiste aandacht kunnen die kinderen problemen krijgen, van gedragsproblemen tot verminderde schoolprestaties’, zegt Amber. ‘Ze lopen zelfs de kans om op latere leeftijd zelf delinquent te worden.’
Rechtendocent Petrick Glasbergen en promovendus Simon Venema begeleidden het project. ‘Op een conferentie van Children of Prisoners Europe sprak ik Joni Reef van de Universiteit Leiden’, zegt Glasbergen. ‘Zij deed onderzoek naar de rechten van kinderen en het Verdrag van de Rechten van het Kind. Het theoretische gedeelte had ze al afgerond. Ik stelde haar voor om tien Hanze-studenten het praktische deel te laten uitvoeren, een observatieonderzoek in de rechtbank.’
De studenten noteerden allerlei kenmerken van rechters, advocaten, verdachten en kinderen
Het observatieonderzoek, dat in 2023 begon, is gebaseerd op twee internationale verdragen. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) telt 64 artikelen die de rechten van kinderen wereldwijd beschermen. Amber: ‘In artikel 9 staat bijvoorbeeld dat je kinderen niet zomaar van hun ouders mag scheiden en artikel 12 bepaalt dat kinderen in gerechtelijke en bestuurlijke procedures moeten worden gehoord.’ Het tweede verdrag is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950) dat gaat over de rechten en vrijheden van alle mensen (en dus ook die van kinderen).
Op basis van die twee verdragen observeerden de tien Hanzestudenten de 62 rechtszittingen. ‘De ene week bezocht ik een rechtszitting, de week erop was de beurt aan een andere student’, zegt Amber. De studenten noteerden allerlei kenmerken van rechters, advocaten, verdachten en kinderen. ‘Leeftijd, huidskleur, gezinssituatie en nog veel meer. Het was een hele lijst’, zegt Amber. ‘Deze informatie gebruikten we om later te analyseren welke kenmerken invloed hebben op de aandacht voor kinderen van verdachten.’
In maar 4 van de 62 strafeisen werd genoeg aandacht aan de rechten van kinderen besteed
De analyse kostte enige tijd, maar uiteindelijk schreven Glasbergen en de studenten een rapport. ‘We schrokken van de uitkomsten’, zeggen Glasbergen en Amber in koor. De belangrijkste conclusies: slechts in 8 van de 62 rechtszaken die de SJD-studenten bijwoonden kwam de rol van de kinderen van de verdachte binnen het gezin ter sprake. Daarnaast werd er in maar 4 van de 62 strafeisen genoeg aandacht besteed aan de rechten van die kinderen. Drie van die vier eisen werden uitgesproken door vrouwelijke rechters. ‘Hun leeftijden lagen tussen de 41 en 50 jaar’, zegt Glasbergen. ‘Wellicht dat zij zelf kinderen hebben en dat dat onbewust mee speelt’, vult Amber aan. Het is iets om verder te onderzoeken, vinden ze.
‘De rechten van het kind komen veel te weinig aan de orde’, is de conclusie van Glasbergen en Amber, een uitkomst die hen niet helemaal verbaasde. ‘Uit het theoretisch onderzoek van Reef kwam dit namelijk ook naar voren. Ons praktijkonderzoek bevestigt het beeld.’
Amber stort zich inmiddels op een nieuw project: de informatievoorziening tussen instanties in de kinderbescherming
Het onderzoeksteam pleit ervoor om de rechten van de kinderen altijd te benoemen. ‘Alleen dat al zou een stap in de goede richting zijn’, zegt Glasbergen.
Glasbergen gaat de bevindingen vastleggen in een wetenschappelijk paper. ‘We zouden graag zien dat de rechten van de kinderen beter worden gewaarborgd. Dit kan bijvoorbeeld door het gezichtspunt van kinderen standaard op te nemen in de procedure. Zo kunnen ze bijvoorbeeld aangeven welk effect een politie-inval op hen had, of wat het gemis van hun vader of moeder voor hen betekent. Sinds tien jaar hebben slachtoffers tijdens rechtszaken spreekrecht, dus als men het wil, dan kan het.’
SJD-studente Amber stort zich inmiddels op een nieuw project: de informatievoorziening tussen instanties in de kinderbescherming. ‘Ja, dat heeft weer met kinderrechten te maken. Voor kinderen wil ik iets blijven betekenen.’
Foto: Andreea Luta