Rijden met Rudi.

Van de week vond ik een filmpje van mezelf terug op internet. Een amateuristisch in elkaar geknutselde slideshow. Zes opgeschoten jongens in Siofok die de combinatie zon en zuipen gebruiken als overgangsrite naar volwassenheid. Nostalgie overvalt me als ik een foto van Rudi tegenkom. Rudi. Gewoon Rudi, een achternaam is niet nodig. Een Hongaarse taxichauffeur met een keurig bijgehouden snor, en een liefde voor snoeiharde rock.

Als we klaar zijn voor het nachtleven van Siofok, bellen we Rudi. Hij neemt altijd op, aan het werk of niet

Iedereen in Siofok kent Rudi, maar het voelt alsof hij van ons is. Als we klaar zijn om het nachtleven te betreden, bellen we hem. Hij neemt altijd op, aan het werk of niet. Op een avond loop ik met een vriend naar huis, na een ruige nacht stappen. We herkennen de straten niet meer, dus bellen we Rudi. De op Super Mario lijkende chauffeur is een beetje een vaderfiguur voor ons. Hij kan ons vast helpen. Hij heeft ons eerder die nacht in de hoofdstraat afgezet, dus noemen we onszelf the boys from before. Mijn vriend leest een tongbreker van een straatnaam op, en hoort Rudi zeggen: ‘Yes, five to ten minutes.’ Een belofte die hij altijd waarmaakt, al zit hij aan de andere kant van de stad. Terwijl ik steun zoek bij een lantaarnpaal en zo probeer mijn dronkenschap wat te verbergen zie ik in de verte koplampen oplichten. Even later zitten we als trotse kinderen op de achterbank van Rudi’s busje.

Rudi wijst z’n kinderen aan op de foto. Opmerkelijk lelijke kinderen, maar we knikken vriendelijk

AC/DC’s Back in Black schalt door de straten van Siofok. We hebben ons nog nooit zo stoer gevoeld. We vragen hem wanneer hij eigenlijk slaapt, aangezien hij op ieder tijdstip voor ons klaarstaat. Hij lacht een verlegen lach. ‘I sleep between riding. Sleep in my car.’  We voelen ons schuldig dat we Rudi van zijn nachtrust beroven. Met zijn duim draait hij de volumeknop een tikje hoger. ‘In the winter I’m going cycling. Around the lake, with my wife. And sometimes with kids. Boy and girl.’ Dan wijst hij naar een foto op het dashboard. We zien Rudi tussen zijn kinderen staan. Opmerkelijk lelijke kinderen, maar we knikken vriendelijk. Terwijl we met 80kmph over de boulevard scheuren, lijkt er zich een bijzondere vriendschapsband te ontwikkelen. Rudi wijst door de voorruit naar voren en zegt: ‘That your friends?’ We turen in de verte en zien twee jongens langs de kant van de weg. Vlug grijpen we wat blikken bier van de achterbank en draaien het raam open. Onder het geroep van uitzinnige verwensingen gooien we de inhoud van de blikken naar onze vrienden. Wij zijn eerder thuis. Wij hebben gewonnen met een race die zojuist is begonnen. Ha, daar hebben we ze mooi tuk. Beschaamd gaan we weer zitten en kijken Rudi via de spiegel aan. Zachtjes knikt hij en zet de muziek nog ietsje harder. Hij is ook jong geweest. Hij snapt het.